Op woensdag 14 april organiseerde de werkgroep Groen en Stadsnatuur van GroenLinks Utrecht een online discussie avond over biodiversiteit, met als titel “Van groene oevers tot bijenhotels: het belang van biodiversiteit in de stad”. Dit politieke café (PolCa) vond plaats in De Kargadoor maar was online te volgen via een YouTube stream. Bij biodiversiteit denken we vaak aan regenwouden, met hun enorme diversiteit aan flora en fauna. Maar ook in de urban jungle van Utrecht is biodiversiteit van levensbelang. Niet alleen voor de natuur, maar ook voor onszelf. Maar hoe bevorderen we de biodiversiteit in onze stad? Welke mogelijkheden zijn er om het te stimuleren, en wat zijn de obstakels?

Deze vragen werden allemaal behandeld tijdens deze avond. Om de vragen te beantwoorden waren er vier sprekers uitgenodigd. Allereerst vertelde Joop Spijker, onderzoeker aan de Wageningen Universiteit, over het belang van flora en fauna in de stad, de achteruitgang van biodiversiteit in de afgelopen decennia, en de kansen die er zijn voor herstel. Hij legde uit welke maatregelen daadwerkelijk kunnen bijdragen aan biodiversiteit.

Vervolgens zetten Anne Nijs en Floris Brekelmans, groenadviseur en stadsecoloog bij de gemeente Utrecht, uiteen wat de gemeente nu doet ter bevordering van de biodiversiteit in de stad, en welke plannen er voor de toekomst liggen. De gemeente werkt ook veel aan bewustwording en zet daar verschillende campagnes voor op. Een voorbeeld daarvan is de visdeurbel.

Daarna was er een gepassioneerd betoog van Johan den Dekker, betrokken bewoner bij buurtinitiatief de Griftkikkers, waarin hij pleitte voor een hernieuwde relatie voor de stadsbewoner met de lokale natuur. Volgens hem kun je biodiversiteit alleen bevorderen als de relatie tussen de mens en natuur goed is. En een goede relatie staat of valt met goede natuureducatie in het basisonderwijs. Hoe meer je weet over verschillende diersoorten, des te meer zal je biodiversiteit gaan waarderen, was zijn gedachte.

Tot slot kwamen er drie stellingen aan bod en was er ruimte voor discussie. De eerste stelling luidde: Om de biodiversiteit te versterken, moet eerst het huidige groen in de stad worden verbonden, voordat er nieuw groen bij komt. 73% van het publiek was het oneens met deze stelling. Er waren echter ook geluiden in de digitale zaal te horen dat het én én is: het bestaande groen moet verbonden worden én er moet nieuw groen bijkomen. Joop Spijker gaf aan dat door het verbinden van natuurgebieden met relatief weinig moeite op lokaal niveau meer biodiversiteit kan ontstaan. Voor biodiversiteit op mondiaal niveau zijn ‘eilanden’ echter beter.

De tweede stelling luidde: We moeten inzetten op ‘exotische’ maar toekomst- en klimaatbestendig groen in de stad, in plaats van op de inheemse soorten. Ook hier was de uitslag duidelijk: 83% was het hiermee oneens. Exoten kunnen beter tegen droogte of kunnen juist beter tegen extreme regenval en zouden ons dus kunnen helpen om de stad klimaatbestendiger te maken. Echter brengt de introductie van exoten ook vaak veel problemen mee. De natuur vormt een delicaat systeem en het is geen goed idee om als mens de balans te verstoren.

De derde stelling was als volgt: Versterk biodiversiteit met voor fauna eetbare flora. De uitslag was hier nog duidelijker; 89% was het hiermee eens. Floris Brekelmans wist ons hierover te vertellen dat deze vraag sterk samenhangt met de vorige stelling: ga je exotische flora introduceren zodat er meer eten is voor onze dieren? Het antwoord is volgens hem nee: over het algemeen blijken dieren redelijk goed in staat om hun dieet aan te passen op het beschikbare voedsel.

Het was een avond waar zowel de kansen als de gebreken in het beleid omtrent de biodiversiteit in Utrecht aan bod kwamen. Al met al was het een zeer inhoudelijke sessie, waarvan de aanbevelingen hopelijk worden omgezet in daden.

De avond is terug te kijken op YouTube (de sessie begint rond minuut 13).

Wil je zelf meedenken over groen in de stad? Kom een keer kijken of de Werkgroep Groen en Stadsnatuur iets voor jóu is!