Als je me vraagt waar ik binnen mijn raadswerk het meest trots op ben, dan staat dit thema voor mij op 1: de stem van ongehoorde Utrechters hoorbaar maken. In dit geval ging het om de stem van jongeren die op basis van hun roots, geloof of achternaam uitgesloten worden tijdens sollicitaties en daardoor niet volwaardig mee kunnen doen. Het is een onderwerp dat me diep raakt. Misschien wel extra diep doordat ik zelf, ook in mijn persoonlijke leven, regelmatig met hetzelfde verdriet te maken heb gehad: niet gezien worden. Nu zit ik in het hart van de Utrechtse democratie op de plek waar we als volksvertegenwoordigers voor verandering kunnen zorgen. 17.000 jongeren kijken mij, GroenLinks en de gemeente aan en het enige wat ze ons vragen is een eerlijke kans om gezien te worden. Daar kan ik niet van wegkijken.
Plan van aanpak
Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut, “ongelijke kansen op de stagemarkt”, toonde wetenschappelijk aan dat een kwart van de Utrechtse studenten op de onderzochte mbo-instellingen te maken heeft met discriminatie bij het zoeken naar een stageplek. Tijdens de stage ervaart één op de acht studenten discriminatie. Dit is een structureel landelijk probleem, waar nu nog te weinig aandacht voor is. Ik ben blij dat Utrecht na onze motie werkt aan een plan van aanpak tegen stagediscriminatie, waarin zowel harde als zachte maatregelen niet worden geschuwd. Utrecht loopt hiermee landelijk voorop in het erkennen en aanpakken van dit hardnekkige monster.
Hoge ambities
GroenLinks wil dat het actieplan zeer ambitieus wordt. We willen meer zorgzaamheid, menselijk maatwerk en harde maatregelen. Een diepgeworteld maatschappelijk probleem zoals dit kunnen we niet aanpakken met alleen maar praten en zorg bieden. Het vraagt om concrete actie en inzet van ons allemaal: de stad, de gemeente, onderwijsinstellingen en bedrijven, iedereen moet zijn of haar verantwoordelijkheid pakken. Ik vind dat Utrechtse bedrijven kleur moeten bekennen door met een pact tegen stagediscriminatie te komen en zich in te zetten voor inclusief werkgeverschap. Ook moet de gemeente op volle toeren werken om discriminatie op te sporen, bijvoorbeeld door regelmatig gebruik te maken van mystery studenten. Werving- en selectieprocedures moeten goed onder de loep genomen worden, om te onderzoeken waardoor sommige groepen uit onze samenleving tijdens de sollicitatiegesprekken telkens buiten de boot vallen, ondanks hun talenten en competenties. Hierover zijn natuurlijk boeken volgeschreven, maar de vraag die daarbij vaak achterwege blijft is wat de politiek eraan gaat doen.
Toekomstdromen
Discriminatie ontneemt mensen hoop en perspectief. Dromen sneuvelen: de droom van een baan, de droom van een veilige stageplek en de droom om als talent door te groeien op de maatschappelijke ladder. Jezelf invechten is een illusie, geroepen uit de hoge torens van het Binnenhof. De realiteit, dat is wat er gaande is midden in de samenleving. We mogen er als Utrecht trots op zijn dat we een voorlopersrol hebben gepakt, maar laten we ook eerlijk zijn: we zijn er nog lang niet. Dit probleem vergt voortdurende aandacht en actie, nu en op de langere termijn. Ik weet dat in de politiek een lange adem nodig is en ja, die heb ik. Ik laat dit dossier dus nog lang niet los. Ondertussen heb ik ook oog voor een nieuw en nu nog onzichtbaar probleem: (stage)discriminatie op het hbo en wo. Het is hoog tijd om daar licht op te werpen en ervoor te zorgen dat in onze studentenstad alle studenten eerlijke kansen krijgen om aan hun toekomstdromen te werken. Binnenkort meer hierover…