Lang geleden kwam ik samen met ons gezin aan in Nederland. Het was een regenachtige, koude dag. Ik was 15 jaar. Ik herinner me nog goed hoe het op die dag voelde. Plotseling was ik ontworteld van mijn leven in Iran. We kwamen aan met ons gezin, met twee kleine sporttassen in de hand. De trilling in de stem van mijn moeder toen ze de eerste zin uitsprak tegen de politie, bij onze aankomst, vergeet ik nooit meer. Ze zei: ‘We are refugees.’
Vanaf dat moment begon mijn nieuwe leven in Nederland. Na lang wachten kregen we uiteindelijk een adres en een paar treintickets in onze handen gedrukt. De bestemming bleek de grote opvang in het Brabantse Oisterwijk te zijn. Die opvang zou voorlopig onze nieuwe thuis zijn.
Koeien in plaats van mensen
Van de reis naar de opvang weet ik me nog goed te herinneren hoe mensen in de trein ons verbaasd aankeken. Het was een koude dag, maar we waren zomers gekleed. Lichtelijk beschaamd over onze schaarse kleding, keek ik als afleiding uit het raam. Ik hoopte mensen te zien, maar de enige wat ik vanuit het treinraam zag, waren weilanden. En af en toe een huis. In mijn kinderlijke gedachten voelde ik plots weemoed en veel angst. Ik vroeg me met de minuut meer af waar de Nederlanders waren. Ik wist niet veel van ze af en ik hoopte ze te ontmoeten. Maar het enige dat ik nu zag in de weilanden waren koeien. Hoe moest ik nou hier nieuwe vrienden vinden, vroeg ik mij af.
Allereerste vriend
Toen we in de late avond eenmaal waren aangekomen op het treinstation, was er inmiddels niemand meer op straat aan wie we de weg konden vragen. De wanhoop op ons gezicht sprak boekdelen. 'Hoe komen we op het adres dat ons is gegeven?' Na enige tijd verdwaasd om ons heen kijken, stopte plotseling een oude auto voor ons. Een man keek nieuwsgierig uit het raam en vroeg met een Brabants accent of alles goed ging met ons. Hij luisterde even naar ons verhaal in gebrekkig Engels, keek ons enkele seconden aan en vroeg ons toen vastberaden om in te stappen, om ons vervolgens bij de opvang af te zetten. We zagen deze man hierna nooit meer, maar voor mij was hij mijn allereerste vriend in mijn nieuwe land Nederland.
Bange nacht
In de opvang in Brabant kregen we die avond een plek om te slapen en wat warmere tweedehands kleding, die was gedoneerd voor de vluchtelingen. Na het eten brak de nacht aan; een nacht die ik nooit meer zal vergeten. Ik hoopte in die nacht dat ik ‘s ochtends als ik wakker werd weer in mijn eigen bed in Teheran lag. In mijn eigen kleding. Dat ik gewoon naar school kon en mijn vrienden kon zien. Ik was die nacht bang, voor veel dingen, maar vooral bang dat ik nooit meer vrienden zou kunnen vinden en dat ik alleen overbleef.
In die nacht, terwijl mijn tranen vloeiden, nam ik ondanks de angst ook een belangrijk besluit. Ik besloot die nacht om mijn nieuwe leven te omarmen en er het beste van te gaan maken. In Nederland was ik veilig. In Iran niet. Dat er aan de andere kant van de wereld, in Nederland, mensen waren die mij een veilig thuis boden, vond ik bijzonder. Die hartelijkheid gaf me veel hoop die nacht. De hoop dat ik opnieuw, ook in dit land, vrienden kon gaan maken.
Vallen en opstaan
Zo begon ik mijn reis in mijn nieuwe land, na die eerste verdrietige nacht en dat belangrijke besluit. Ik ga jullie mijn avonturen vanaf dat moment, naar het hier en nu, besparen. Hoe ik bijvoorbeeld mezelf de Nederlandse taal leerde via het bekijken van de ondertitels van de soapserie ‘the Bold and the Beautiful’. Of hoe ik naar de kunstacademie ging, om kunst te maken die ging over mensenrechten. Of hoe ik later in politiek belande en sinds 2018 als gemeenteraadslid werk, waar ik me inzet voor belangrijke thema’s zoals mensenrechten en eerlijke kansen voor ons allemaal.
De reis die ik doormaakte was enorm lang, met veel hobbels en vol vallen en opstaan. Natuurlijk voel ik gaandeweg, tussen alle uitdagingen door, ook vaak heimwee naar waar ik vandaag kom. Ik mis mijn familie, neven en nichten, en mijn oude vrienden. Al die mooie mensen die ik nooit meer zag na mijn 15e en waarschijnlijk ook nooit meer ga zien.
Mensen vluchten niet zomaar. Ze vluchten voor oorlog en geweld en zoeken een veilig thuis. Daarvoor moet je alles wat je ooit lief was in je land van herkomst opgeven; dat is niet niks. Maar tegelijkertijd wilde ik ondanks de heimwee mijn reis vervolgen met nieuwsgierigheid naar Nederland en haar mensen. Ik was vastberaden om ook hier vrienden te gaan maken.
Ode aan vriendschap
Tijdens die eerste treinreis, op mijn 15e, keek ik uit het raam en vroeg ik me af of ik hier ooit vrienden zou vinden. Nu, jaren later, kan ik volmondig antwoorden: ja, het was mogelijk. En niet een, niet twee, maar juist heel erg veel! Deborah, Rachida, IJmert, Mirka, Erwin, Marijn, Hans, Ingeborg, Ali, Pepijn, Esther, Iman, Heleen, Gadiza en ga zomaar door. Een voor een zijn het die vrienden die me al die jaren omarmden en me alles leerden over mijn nieuwe land. En het waren vrienden die vol enthousiasme alles wilden horen over mijn roots en mijn verleden. Door deze vrienden voelde ik me na die eerste nacht nooit meer alleen in Nederland, ook al had ik hier bijna geen familie meer.
Mijn verhaal van vandaag is daarom ook een ode aan de vriendschap. En vriendschap is ook wat ik vandaag voor jullie wens! Vandaag begint een nieuw hoofdstuk in jullie leven. Omarm dit met nieuwsgierigheid. Maak er iets moois van. En maak vooral veel vrienden, in dit fijne land, waar jij nu ook een belangrijk onderdeel van bent.
Gefeliciteerd iedereen.