Donkere hoeken en blinde vlekken: op sommige plekken in de stad voel je 's avonds niet op je gemak. Openbare ruimte die niet goed is ingericht zorgt ervoor dat we ons onveilig voelen. Ook bomen en struiken hebben daar invloed op. Tegelijkertijd is groen onmisbaar: het geeft ruimte aan natuur en maakt de stad fijner voor ons allemaal.
Hoe maken we deze afweging? Hoe zorgen we voor een stad die veilig én groen is?
Tijdens deze avond hebben we samen naar drie plekken in Utrecht gekeken die 's nachts onveilig voelen. Wat maakt deze plekken onveilig? En hoe kunnen we dat verbeteren? We bespraken slimme ideeën om natuurwaarde en veiligheid te combineren. En we gingen zelf aan de slag!
We begonnen de avond met een presentatie door Yannick Angkotta, Stedenbouwkundige bij Movares. Hij vertelde wat er komt kijken bij het ontwerpen van een groene buitenruimte die sociaal veilig is. Je kunt dit doen aan de hand van vier basiscritera: Zichtbaarhed, Eenduidigheid, Toegankelijkheid, Aantrekkelijkheid.
Hij nam ons mee in een aantal projecten. In Katwijk was hij betrokken bij het opknappen van een park naast een verzorgingscentrum. Door groen te verwijderen ontstond meer zicht op het park en voelden de bewoners zich weer veilig genoeg om zelfstandig door het park te wandelen. Gelukkig hoeft sociale veiligheid niet altijd ten koste te gaan van groen. Door de aanloop naar een fietstunnel wijder te maken ontstaat er meer ruimte voor groen en beter overzicht.
Daarna voerden we een gesprek met Jasper van der Kemp (criminoloog aan de VU) en Majsa Storbeck (PhD-onderzoeker Erasmus Universiteit). Zij gaven hun ervaring en onderzoek aan waar je op moet letten om een veilige én groene buitenruimte te maken. Zo gaf Majsa bijvoorbeeld aan dat we een positievere benadering zouden moeten hanteren: hoe kunnen we positief gedrag stimuleren in plaats van maatregelen treffen om negatief gedrag te voorkomen.
Hierdoor geïnspireerd gingen we in drie groepen uiteen om te werken aan drie casussen: plekken die heel groen zijn, maar in het donker heel onveilig voelen. Eén groepje richtte zich op De Uithof, het tweede groepje werkte aan het Máximapark en het derde groepje boog zich over Overvecht. Het Máximapark is voor velen een fietsroute maar is heel erg donker. Het groepje stelt voor om op strategische plekken extra straatverlichting te plaatsen. Hierdoor voelt het veiliger en wordt de natuur niet te veel belast. De verbinding tussen De Uithof en de rest van de stad gaat onder de snelweg door en is ook erg donker. Het groepje stelde voor om onder de snelweg een lichtkunstwerk te plaatsen. Ook in Overvecht zijn er in de buurt van de spoorlijn onveilige plekken. De fietspaden liggen erg geïsoleerd, en de spoorlijn werkt als een barrière. Door een extra tunnel te maken wordt de barrièrewerking verminderd.
We sloten de avond af met een korte reflectie met Yannick, Wienke, Jasper, Majsa en Mahaar Fattal (raadslid). Het blijkt heel erg lastig om tegelijkertijd voor dag én nacht te ontwerpen. De dag vraagt om andere dingen dan de nacht. Overdag wil je fietsdrukte juist spreiden, en ’s nachts wil je fietsverkeer juist concentreren en de natuur ontzien. Een andere bevinding: bij het verlichten van een tunnel moet je voor en na de tunnel de lichtsterkte langzaam laten toenemen en laten afnemen. Anders kan een fietser vanuit de tunnel niet zien wat erna komt en raakt die verblind.
Het was een geslaagd politiek café en er werd aan de bar nog volop nagepraat!