De stad moet de energie die ze gebruikt zoveel mogelijk in de buurt (lokaal) en duurzaam opwekken. We maken hierbij onderscheid tussen warmte en elektriciteit, en kijken wat de meest passende duurzame oplossing is. De vraag naar energie en het aanbod van energie moeten we goed op elkaar afstemmen. Daarom starten we twee pilots waarbij we energie gaan opslaan, en variabele stroomtarieven toepassen. Zo kunnen we het gebruik van elektriciteit slim sturen.

We zorgen ervoor dat 35 procent van de Utrechtse daken in 2025 zonnepanelen heeft. Om dat doel te bereiken, organiseren we informatieavonden en gezamenlijke inkoopacties met lokale ondernemers. Met het Zonnepact moedigen we aan dat er zonnepanelen op bedrijfsdaken komen. Duurzame energie wekken we ook grootschalig op. Dit doen we door combinaties van windmolens en zonnepanelen, zoals in poldergebied Rijnenburg.

Voor 2030 halen we de eerste 40.000 bestaande woningen (woningen die nu al zijn gebouwd) van het aardgas af. We gaan samen met bewoners plannen maken over hoe we dat precies gaan doen. In 2026 komen we met een Transitievisie Warmte 2.0. Daarin bepalen we welke 20.000 woningen voor 2035 van het gas af gaan. Woningcorporaties bezitten een groot deel van de woningen in Utrecht. We zorgen dat hun verduurzamingsplannen aansluiten bij de plannen van de gemeente.

Ook bedrijven moeten duurzamer worden en van het gas af. We maken afspraken met horeca en andere bedrijven over duurzaam vervoer en maatregelen tegen energieverspilling. Deze afspraken leggen we vast in een akkoord. De gemeente gaat samen met de industrie in de stad plannen maken over hoe te verduurzamen, en ook een akkoord sluiten. Met de tien grootste gebouweneigenaren van de stad maken we afspraken over de verduurzaming van hun gebouwen. Zo worden ook deze gebouwen snel energiezuinig en aardgasvrij.