Zijn de ideeën en idealen van GroenLinks inmiddels geen gemeengoed geworden?

Een beetje partij heeft inmiddels een duurzaamheidsparagraaf;

een beetje partij roept iets over het milieu;

Is het werk nu gedaan? Is onze missie voltooid?

Na de voor GroenLinks, laat ik het eufemistisch zeggen, dramatisch verlopen Tweede Kamerverkiezing van 2012, ontstak er in de media een discussie: heeft GroenLinks eigenlijk nog wel bestaansrecht? Zijn de ideeën en idealen van GroenLinks inmiddels geen gemeengoed geworden?

een beetje partij heeft inmiddels een duurzaamheidsparagraaf; een beetje partij roept iets over het milieu; Is het werk nu gedaan? Is onze missie voltooid?

Het antwoord laat zich raden: nog lang niet. Dat antwoord kwam in maart in de vorm van negen zetels. Dat antwoord kwam op de derde dinsdag in september in de vorm van de kabinetsplannen voor 2015.

Vijf regeringspartijen, en geen oplossing voor grote problemen:

De stijgende werkloosheid;

de toenemende vraag naar zorg;

de gevolgen van de luchtvervuiling,

en de uitputting van de aarde.



Dat de gevolgen van het kabinetsbeleid groot zijn voor de stad, zagen we vorige week op een hele wrede en schijnende manier: een staatssecretaris die een oorlogsmaatregel neemt om de burgemeester te overrulen om een Utrechter uit het asielzoekerscentrum op straat te zetten. Het geeft te denken wie de stad eigenlijk regeert. Wij, zei deze raad haast eensgezind in koor. Wij, zei de burgemeester moedig.

Den Haag ziet Utrecht vanuit de lucht: grachten, de werven en de dom. Als een economische succesfactor. Maar ondertussen moet ook gewoon de vuilnis worden opgehaald, de stoep geveegd,

het gras gemaaid.

Of zoals de Franse denker Jean-Jacques Rousseau al in de achttiende eeuw opmerkte: 'Steden hebben een grote gemeenschappelijke factor: ze moeten allemaal scholen bouwen voor de kinderen, wegen aanleggen en zorgen dat de straatverlichting werkt.’

En dit is nu precies de reden voor politicoloog Benjamin Barber om te pleiten voor een nieuw systeem waarin niet landen, maar steden het voor het zeggen krijgen.

In de VS, schrijft hij in zijn boek If mayors rule the world, wonen zestien miljoen illegalen. De regering houdt de handen voor de ogen, maar in steden lopen deze mensen gewoon rond, een burgemeesters kan dat niet negeren. Ook de Utrechtse niet.



Het is een mooi idee dat als onze burgemeester het voor het zeggen had, ieder mens recht heeft op een bed, een bad en brood.

Dat ieder mens dan veilig aangifte kan doen van geboorte, overlijden, huwelijk en strafbare feiten.

Dat niemand meer uitzichtloos op straat wordt gezet...

...En zullen we dan ook maar meteen het begrip illegaliteit afschaffen?

Dat steden grote dingen kunnen doen, bewijst men in Los Angeles. Waar staten het niet voor elkaar krijgen om iets wezenlijks te doen aan de vervuiling van de aarde, pakte LA haar vervuilende haven aan en drong de CO2-uitstoot met 20 procent terug.



Het is geen gekke gedachte om te denken in stadsstaten in plaats van natiestaten:

Steden moeten en kunnen sneller en pragmatischer reageren op actuele problemen; bovendien krijgen stadsbesturen veel vertrouwen van burgers – gelukkig.

In steden wonen veel flexibele, vindingrijke mensen, die mee kunnen helpen met het vinden van creatieve oplossingen voor stedelijke uitdagingen.

En misschien nog belangrijker: halverwege deze eeuw woont 90 procent van de wereldbevolking in een stad. Steden hebben, kortom, de toekomst. Utrecht heeft de toekomst.

Maar dat brengt ook grote vraagstukken met zich mee:

Over het energiegebruik in een duurzame, gezonde stad;

het vervoer in de stad van de toekomst;

goede en betaalbare zorg, en een eerlijke verdeling van werk en inkomen.

Maar het mooie is: we hoeven niet te wachten tot Den Haag iets doet, we kunnen het zelf doen. Nu.

En nee, we zijn geen LA, wij zijn Utrecht:

De beste fietsstad ter wereld;

de mooiste grachtenstad van Europa;

het nieuwe Amsterdam, al is dit misschien voor sommigen een belediging.

De stad met de beste Nederlandse universiteit, de grootste creatieve industrie.

We worden zelf geroemd om ons volkstuinenbeleid.

Bovendien zijn we koploper groene economie;

bezuinigen we niet op cultuur;

vervangen we autowegen door fietsstraten;

En is er in Utrecht plaats voor iedereen: wie je ook bent, waar ook vandaan.

We zijn zelfs uitgeroepen tot de meest onderschatte stad van Europa,

dus laten we ons zelf vooral niet onderschatten:

Wij kunnen in Utrecht heel veel bereiken, maar dat kan alleen als we het met zijn allen doen. En Utrecht maken we immers...,u kent ons motto inmiddels.

GroenLinks zou dat motto trouwens verder willen concretiseren: samen op weg naar een gezonde, duurzame stad.

En om de fractievoorzitter van een Christelijke fusiepartij tegemoet te komen, die tijdens een verkiezingsdebat zei: 'nog een keer het woord duurzaam en ik moet overgeven', wat ons betreft kunnen we de woorden duurzaam en duurzaamheid vervangen voor ieder willekeurig andere woord, als de uitkomst maar hetzelfde is: de gezonde stad van de toekomst.



Stad van de toekomst, zijn dat niet een beetje grote woorden. Nee, want we kunnen zoveel, als we onze ambitie durven waar te maken.

Afgelopen zondag werd de Tegenlicht-documentaire Macht aan de stad uitgezonden. Seattle werd uitgelicht: de burgemeester van deze stad verdubbelde het federaal vastgestelde minimumloon. De maatregel kwam na vijf maanden onderhandelen tussen het stadbestuur en bedrijven, vakbonden en andere organisaties.

Een historisch maatregel binnen vijf maanden invoeren door alle entiteiten in de stad met elkaar te verbinden, dat biedt perspectief.

Bijvoorbeeld voorzitter, om samen met burgers en bedrijven een groot zonneplan op te stellen: op 10.000 Utrechtse daken zonnepanelen in 2018. Yes we can, ik weet het zeker.



Die stad van de toekomst: die gezonde, duurzame stad, hoe ziet die er uit?

Het is een mensgerichte stad, zou ik zeggen.

Een stad dus waar fietsers en voetgangers alle ruimte krijgen,

Waar bewoners hun eigen energie opwekken.

Waar zorg dicht bij huis wordt georganiseerd,

Waar vieze wegen worden omgetoverd in groene stadsboulevards.

Waar iedereen kan werken, maar dat dat werk ook kan inhouden dat je voor je zieke partner of ouder zorgt.

En nee, voorzitter: dit is wat ons betreft geen utopie. Dit zijn de antwoorden op de echte problemen.

Want al op 1 januari staat er een immense uitdaging voor de deur als de gemeente verantwoordelijk wordt voor een groot gedeelte van de zorg.

De komende jaren, als het aantal inwoners van Utrecht verder toe zal nemen en daarmee de vraag naar woningen, naar werk, zorg en naar ruimte om te spelen en verblijven.

De komende decennia als het gebrek aan grondstoffen ons voor het voldongen feit stelt dat we zelf ons eigen energie zullen moeten opwekken.

De vijf regeringspartijen in Den Haag hebben geen antwoorden. Die zullen wij zelf moeten formuleren: het college en de coalitie, de raad en de stad; haar inwoners, bedrijven en instellingen.

Zie Seattle, zie LA. En onderschat Utrecht dus niet: het kan; samen kunnen we heel veel bereiken.

En ondertussen wordt het vuil opgehaald, de stoep geveegd, het gras gemaaid.