‘GroenLinks is trots dat we met deze voorjaarsnota 90 miljoen kunnen investeren in Utrecht. Deze voorjaarsnota is, kortom, een feest. Een feest waar wij allemaal volop van genieten. Maar ondertussen staat er een gast op de gang die het feest dreigt te verstoren: Tweedeling. Wij vieren feest, maar lang niet iedereen is uitgenodigd.’
Ik ben opgegroeid in Sneek,
een stad in Zuidwest Friesland.
Een stad bekend vanwege haar meren,
een stad met een bescheiden karakter.
Ruim 25 jaar geleden liet ik Friesland achter me voor Utrecht.
Ik ging naar de School voor Journalistiek, en kocht een huis in Lombok,
voor 28 duizend 500 gulden.
Utrecht was in die tijd niet echt the place to be.
Het aantal inwoners daalde tussen 1970 en 1990 met bijna 50.000.
Er was in die jaren daarvoor veel afgebroken om plaats te maken voor stadsvernieuwing.
De Utrecht week voor Hoog catharijne,
De Buitengracht voor de Catharijnebaan.
Een grijs beeld doemde op toen ik met de trein Utrecht in kwam rijden.
Zo anders dan de wijk waar ik ging wonen.
Lombok was één groot kleurenpallet.
Ik at er mijn eerste Turks fruit,
en snoof de geur van komijn uit openstaande ramen.
Met een bevolking zo divers,
en de huizen schots en scheef,
was het moeilijk voorstelbaar dat de wijk ooit een blanke arbeiderswijk was.
En de J.P. Coenstraat de chique straat voor officieren en ambtenaren.
Het is nog maar 25 jaar geleden dat Lombok op de slooplijst stond.
Dat Utrecht geteisterd werd door leegstand en verpaupering,
door hoge werkloosheid en armoede.
Dat Utrecht synoniem was voor een winkelcentrum dat de belofte tijdloos te zijn nooit inloste.
Dat krakers vrij spel hadden,
en op de Hardebollenstraat vrouwen hun werk konden doen.
Het is 25 jaar later:
Utrecht is de snelst groeiende stad van Nederland.
De Utrechtse bevolking is steeds beter opgeleid.
Het aantal banen groeit.
De woningmarkt bloeit op
Het planbureau voor de leefomgeving noemt Utrecht zelfs een sterke motor voor de economie.
GroenLinks is trots en blij dat het zo goed gaat in Utrecht de afgelopen 25 jaar.
GroenLinks is trots en blij dat wij al 25 jaar de enige stabiele grote partij zijn.
GroenLinks is dus trots en blij, maar zal iedere verwijzing naar causaliteit of plausibiliteit aan de toehoorder laten.
Trots en blij zijn we ook op het feit dat we met deze voorjaarsnota 90 miljoen kunnen investeren in Utrecht:
10 miljoen voor Overvecht,
extra uren voor de hulp bij het huishouden,
geld om het water terug te brengen in de singel,
geld voor de Utrechtse vluchtelingenaanpak,
voor verduurzaming,
en voor de kwaliteit van de openbare ruimte.
Deze voorjaarsnota is, kortom, een feest.
Een feest waar wij allemaal volop van genieten.
Maar ondertussen staat er een gast op de gang,
die het feest dreigt te verstoren.
Tweedeling
Wij vieren feest, maar lang niet iedereen is uitgenodigd.
Voorzitter,
- De toename van laagbetaalde banen houdt geen tred met die van hoogbetaalde banen.
- Utrechters profiteren nauwelijks van de groei van laaggeschoold werk
- De segregatie van bijstandsontvangers is in Utrecht sterk toegenomen.
Dit zijn zomaar drie zinnen uit het rapport ‘De Verdeelde Triomf’ van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Het rapport beschrijft allereerst de triomf: de stad is terug van weggeweest.
Waar in de jaren '90 mensen de stad de rug toekeerden,
fungeert de stad nu weer als magneet.
De achterkant van dit succes is, dat niet iedereen hiervan kan profiteren.
De stad is voor een steeds kleiner deel van de bevolking bereikbaar als plek om te wonen, te werken en te leven.
Dit is een zorg die GroenLinks al een aantal jaar uitspreekt,
maar die niet door alle partijen wordt gedeeld.
Want waarom zou je dan kiezen voor de verkoop van sociale huurwoningen in populaire wijken,
als je weet dat die woningen vervolgens alleen nog bereikbaar zijn voor de happy few?
Dit was een onderwerp waar je politiek scherp de links-rechtsverhoudingen kon zien:
GroenLinks met PvdA en SP tegen
D66 en VVD voor.
En niet alleen in onze wijken zien we een steeds scherpere tweedeling, ook op onze scholen:
Een kind van 12 uit Overvecht met een IQ van 110,
met twee hardwerkende ouders, die niet studeerden,
heeft niet dezelfde kansen als een kind van 12 uit Wittevrouwen met hetzelfde IQ,
wiens ouders wel studeerden
En we zien het op onze straten, waar kinderen met verschillende achtergronden niet meer samen spelen.
En ja, dit is ook onze verantwoordelijkheid.
En die nemen we daarom ook:
- We willen dat op scholen kinderen weer gelijke kansen krijgen
- Dat er een rem wordt gezet op de verkoop van sociale huurwoningen
- Wij stellen een fonds voor om jongeren met problematische schulden weer een toekomst te bieden
- Een ombudsfunctie passend bij een nieuwe gedecentraliseerde werkelijkheid
- Bijstandsgerechtigden moeten makkelijker aan een baan kunnen komen
- De openbare ruimte moet geschikter worden voor mensen met een fysieke beperking
- en we willen dat kinderen weer samen te spelen
GroenLinks wil, kortom, dat Utrecht een stad is voor iedereen.
Daarom moet het aanpakken van de toenemende tweedeling een hoge prioriteit worden.
Want let wel: tweedeling is geen autonome ontwikkeling.
De onderzoekers van het Planbureau zijn daar glashelder over:
‘De toegenomen verschillen tussen arm en rijk zijn het gevolg van beleid gericht op het aanjagen van de stad als economische motor.’
Het is een politiek besluit om daar ook iets aan te willen doen.
En dit besluit is dus niet voorbehouden aan links.
Segregatie raakt kiezers van alle partijen die hier aanwezig zijn.
Het raakt namelijk alle Utrechters.
340.000 duizend verschillende mensen.
Daarom dienen wij bij deze algemene beschouwingen een motie in waarvan het dictum luidt:
Draagt het college op:
- Om zo spoedig mogelijk een visie te ontwikkelen ten aanzien van de groeiende ongelijkheid in de stad op het gebied van in ieder geval: inkomen, onderwijs, wonen, zorg en werk.
- Met deze visie een plan van aanpak te presenteren hoe die ongelijkheid op die verschillende aspecten kan worden teruggedrongen.
Onze plannen krijgen vorm in de commissies.
Bij het slotdebat zullen we met moties en amendementen komen.
Deze algemene beschouwingen bieden echter de mogelijkheid om nu al zaken te amenderen.
GroenLinks houdt wel van een experiment, dus hierbij dien ik alvast een amendement in:
Om mee te kunnen doen, is het belangrijk dat je niet op achterstand begint.
Dat is wel het geval bij jongeren met een schuld.
Daarom dienen wij een amendement in met de volgende strekking:
- We stellen daarom voor een revolverend fonds van 560.000 euro in te stellen, om problematische schulden van jongeren op te kopen.
- Dit dekken we uit een dubbelboeking in de voorjaarsnota voor het jaar 2017 bij de post "versterking imago en concurrentiepositie Utrecht".
Een motie die we op voorhand aankondigingen, heeft te maken met de ambitie van GroenLinks en van de stad om te verduurzamen.
Bij het slotdebat zullen wij een motie indienen om polder Rijnenburg aan te wijzen als plek om grootschalig duurzame energie op te wekken.
Voorzitter,
De groei van Utrecht is een feit, maar geen doel op zich.
Utrecht kiest voor groei met kwaliteit.
Die kwaliteitsslag zien we op steeds meer plekken in het centrum.
Na de Mariaplaats, en de Twijnstraat, krijgt nu ook het Oudkerkhof een nieuw gezicht.
Of ik moet eigenlijk zeggen: wordt in oude luister hersteld.
Paaltjes en parkeerplekken verdwijnen,
bomen en bankjes verschijnen.
En het mooiste is, dat dit een samenspel is tussen gemeente en ondernemers.
De openbare ruimte, zo staat in een rapport van de Rijksoverheid, maakt steden leefbaar en aantrekkelijk,
geeft wijken en buurten identiteit,
maakt functies bereikbaar
en vormt een plek voor ontmoeting, interactie en sociale cohesie.
De openbare ruimte heeft wat GroenLinks betreft geen functie als commerciële melkkoe.
Tijdens de behandeling van deze voorjaarsnota zullen we dan ook een aantal voorstellen doen om de commercialisering van de openbare ruimte een halt toe te roepen.
Dit betekent overigens niet dat we de stad willen aanharken, juist niet.
De rafelranden van de stad moeten we niet uitgummen,
we moeten ze bewust koesteren, zodat ze niet verdwijnen.
Van organisch ontwikkelde gebieden,
tot stationskappen op het Berlijnplein:
Dat is toch wat de stad een eigen gezicht geeft?
Voorzitter,
Ruim 25 jaar geleden kwam ik uit Friesland,
uit een bescheiden stad,
Naar Utrecht, een bescheiden stad.
Maar Utrecht is die kwalificatie ontgroeid,
Lombok, mijn wijk, waar ik destijds een huis kocht voor de prijs van nu een parkeerplaats, is zienderogen veranderd.
De huizen staan rechter,
de straten zijn schoner
en de lucht is gezonder.
Toch kan ik soms met lichte weemoed terugdenken aan de tijd dat de geur van komijn uit de ramen van huizen kwam,
krakers kleur gaven aan de stad,
en sekswerkers net zo bij Utrecht hoorden als de domtoren.
Dat neemt niet weg dat ik trots ben,
op Utrecht,
mijn stad.
Er dat ik echt vind dat er reden is voor een feestje.
Maar een groot feest wordt het pas, als iedereen mee kan doen.