Utrecht gaat mensen die al langer in Nederland zijn, meer stimuleren om Nederlands te leren. En ouders worden gestimuleerd om hun jonge kinderen naar de vroeg- en voorschool te laten gaan.
Op voorstel van GroenLinks gaat de gemeente ouders die slecht Nederland spreken proberen te bereiken via de scholen van hun kinderen. Ouders worden daar aangesproken op het bestaan van inburgeringscursussen. Het mes snijdt aan twee kanten, want als ouders lessen gaan volgen kunnen ze de kinderen tijdelijk onderbrengen bij de kinderopvang in hetzelfde schoolgebouw. Utrecht start daartoe ook een project waarbij werkzoekenden in de kinderopvang kunnen reïntegreren. Als klap op de vuurpijl komen er lessen Nederlands op hoog niveau bij de Volksuniversiteit.
Deze voorstellen van GroenLinks zijn vandaag door het gemeentebestuur overgenomen. De gemeenteraad, uitgezonderd de VVD, steunt het voorstel van GroenLinks.
In Utrecht volgen nu per jaar slechts duizend zogenoemde oudkomers Nederlandse taalles. Terwijl in Utrecht nog 27.000 mensen onvoldoende Nederlands spreken. Dat is bijna tien procent van de bevolking. ,,Daar moeten we iets aan doen. De kinderen van inburgeraars zijn vaak ook de kinderen die gebruik maken van voor- en vroegschoolse educatie. Scholen zijn daarom een prima plek om slimme combinaties te maken tussen opvang, inburgering, leren en praktijkervaring voor zowel kinderen, scholieren als ouders”, zegt raadslid Niki Schipper..
GroenLinks wil ook de kennis van de Volksuniversiteit benutten voor het geven van taallessen op hoog niveau. Ook migrantenorganisaties zouden een belangrijkere rol moeten krijgen in het bereiken van de oudkomers. ,,Juist het leggen van nieuwe combinaties en het gebruiken van creativiteit en mogelijkheden voor kinderopvang kunnen ervoor zorgen dat meer mensen Nederlands gaan leren”, aldus Schipper. ,,Dat is uiteindelijk het beste voor de stad en voor de migranten zelf.”