230 dagen alweer. Zolang geleden is het dat er gemeenteraadsverkiezingen waren en ik werd verkozen als raadslid voor GroenLinks Utrecht. Af en toe vragen mensen of het is zoals ik had verwacht. Wat je nou eigenlijk doet als je in de gemeenteraad zit. Daar vertel ik jullie in deze column graag meer over!

Raadswerk kun je grofweg indelen in drie activiteiten. 1. Deelnemen aan vergaderingen waar wordt gedebatteerd en gestemd. (Nieuwsgierig? Kom vooral eens langs of kijk lekker thuis op de livestream!). 2. Afhandelen van talloze e-mails, zowel met informatie van het college als berichten van mensen uit de stad. 3. Zorgen dat je weet wat er leeft in de stad en dat meenemen naar de lokale politiek.

Dat laatste vind ik geweldig. Ik krijg de kans om op allerlei plekken langs te gaan. Afgelopen week was er bijvoorbeeld een werkbezoek voor raadsleden bij Wij 3.0, een organisatie die zich inzet voor activering en re-integratie. We verzamelden in de kantine, tegelijk met de deelnemers. We kregen een rondleiding langs de fietsenmaker, de ICT en de sportschool. Plekken die bedoeld zijn om mensen weer arbeidsritme aan te leren en concrete vaardigheden bij te brengen. Ik was onder de indruk van het enthousiasme waarmee mensen vertellen over hun werk en zich vol energie inzetten voor een stad waar iedereen mee kan doen.



En dat is geen uitzondering. Ik was in het begin verbaasd over hoe welkom je bij elke organisatie bent en hoeveel tijd ze voor je nemen. En elke keer bij zo’n bezoek valt het me op hoe mensen zich inzetten voor anderen, voor de mensen waar niet alles vanzelfsprekend verloopt. Enerzijds schrijnend dat er in een welvarende stad als Utrecht nog armoede is, maar aan de andere kant is het zo hoopgevend om te zien hoeveel mensen er zijn die zich willen inzetten om het beter te maken, die werken vanuit hun idealen.

Laatst was het de week van de armoede. Samen met andere organisaties organiseerde de Armoedecoalitie activiteiten om armoede onder de aandacht te brengen. ‘Utrecht in dialoog’ hield gesprekken over armoede, terwijl het STUT-theater mensen via toneel liet ervaren wat geldproblemen met je kunnen doen. Andere organisaties zette deeldiners, kledinginzamelacties of rondleidingen door de wijk op touw. Samen zetten zij de schouders eronder en niet alleen in deze week, maar 365 dagen per jaar.

Elke keer als ik ergens langs ben geweest, heb ik nieuwe ideeën over hoe het beter kan en snap ik weer beter hoe het geregeld is in Utrecht. Maar vooral zorgen zulke bezoeken ervoor dat ik weer extra wordt gemotiveerd om mijn werk in de raad goed te doen. Want in deze gesprekken met bewoners en professionals wordt duidelijk dat we elkaar nodig hebben, ieder uit zijn expertise, om Utrecht een stad voor iedereen te maken. Gelukkig heb ik nog 1235 dagen te gaan!