GroenLinks-fractievoorzitter Heleen de Boer vindt ook dat het tijd is voor verandering, zodat Nederland een klein beetje meer op Utrecht gaat lijken.
Afgelopen woensdag ontvingen wij een mail van een 'bezorgde burger'. Hij mailde zijn inbreng voor de raadsinformatieavond over de integratie van vluchtelingen en statushouders. In diezelfde mail maakte hij uitgebreide complimenten naar de gemeente. Vooral vanwege de manier waarop burgers worden betrokken bij dit proces. Eerder deze week gaf de Vlaamse schrijver David van Reybrouck een zelfde compliment aan Utrecht: 'Utrecht is verstandig en innovatief op de wijze waarop burgers worden betrokken bij besluitvorming'. Van Reybrouck doelt hiermee met name op de totstandkoming van het Utrechtse energieplan. Door loting werden 150 Utrechters geselecteerd, die werden vervolgens voorzien van alle nodige informatie om tot een oordeel te kunnen komen, en zij maakten daarna samen het plan; een nog nooit eerder vertoond proces komend uit de koker van GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk, weliswaar zeer geïnspireerd door het boekje van diezelfde Van Reybrouck, Tegen Verkiezingen, waarin hij pleit voor loting.
Onze andere GroenLinks-wethouder, Kees Diepeveen, kwam met het plan om burgers al vanaf de eerste dag te verbinden met nieuwe Utrechters, vluchtelingen. 'Als je in Utrecht komt, blijf je in Utrecht'. En Kees is bezig om dat plan nog verder te verfijnen, en Utrechters nog meer te laten samenleven met mensen die gevlucht zijn voor oorlog en onderdrukking; omdat het goed is voor hen, omdat het goed is voor Utrechters. Over dat plan hoor je later meer.
Laatst moest ik weer denken aan deze twee vooruitstrevende manieren waarop GroenLinks de stad bestuurt. Dat was toen iemand zei: 'GroenLinks is toch helemaal niet progressief?'. Nu heb ik zelf niet zoveel met etiketten als liberaal, democratisch of progressief, maar toch voelde het alsof ik mij en ons moest verdedigen. 'Als er één partij is die progressief is, is het wel GroenLinks. Wij kiezen er steeds weer voor om de samenleving op een vernieuwende manier te veranderen, zowel in het college als in de raad,' zei ik. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik het debat over prostitutie in Utrecht. Het eindeloze debat dat niet voor- of achteruit ging, en pas weer ging leven toen GroenLinks-raadslid Steven de Vries voorstelde om desnoods als gemeente panden op te kopen om beschikbaar te stellen voor sekswerkers. Gemeenteprostitutie noemden men het. Ik vond het vooral een mooie mogelijkheid om uit een impasse te komen. Helaas was het voorstel iets te progressief. Of wat te denken van ons pleidooi voor een basisinkomenexperiment, waarover ik laatste zelfs op de Slowaakse televisie mocht vertellen.
Tijd voor verandering is de slogan van GroenLinks tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Omdat GroenLinks in Utrecht natuurlijk al jaren de grootste stabiele partij is, hebben we hier al heel veel kunnen veranderen. Utrecht is vaak voorloper in Nederland. Ik hoop dan ook dat wij in Utrecht hebben laten zien hoe het anders kan in Nederland, bijvoorbeeld als je kiest voor schone lucht, en je dus vieze auto's durft te weren. Als je kiest voor mensen, en vluchtelingen dus een warm welkom geeft. Als je kiest voor een eerlijker samenleving, en er dus voor durft te pleiten dat er een stop wordt gezet op de verkoop van sociale woningen. Als je kiest voor de toekomst en er daarom een plan maakt om schulden van jongeren op te kopen.
Afgelopen zaterdag hebben zich ruim 250 GroenLinksers laten zien bij ons Podium van de Passie.
Als je aan die 250 mensen zou vragen: wat ben je? Zou er zich waarschijnlijk niet één progressief noemen. Terwijl we dat toch echt wel zijn. Maar het gaat ons GroenLinksers niet om het etiket. Het gaat om de inhoud, niet om de vorm. Het basisinkomen zou een manier kunnen zijn om een meer ontspannen samenleving te creëren, gemeenteprostitutie een manier om vrouwen die legaal een legaal beroep hebben ook te laten werken, loting bij het energieplan een manier om zo veel mogelijk verschillende mensen mee te krijgen met de grote energietransitie.
Het is inderdaad tijd voor verandering. Wat zou het mooi zijn als Nederland een beetje op Utrecht gaat lijken.
Heleen
Fractievoorzitter