Gelukkig denken veel Utrechters er precies zo over. Dat blijkt uit de vele initiatieven die vanuit de stad komen om vluchtelingen taalles te geven, uit te nodigen aan tafel en op andere manieren zich thuis te laten voelen in onze stad. Het blijkt ook uit de relatieve rust op de vele informatieavonden over eerst de noodopvang in de Jaarbeurs, toen de noodopvang in Kanaleneiland en later de uitbreiding van het azc in Oog in Al en de tijdelijke dependance aan de Ravellaan. Wel vragen en zorgen, maar weinig wanklank.
Vanaf juni komt er een noodopvang in Overecht, die de noodopvang in Kanaleneiland moet vervangen. In Overvecht verliep de eerste informatieavond ronduit hectisch. Emotionele bewoners, heftige demonstraties voor de deur en een sfeer waarin een echt gesprek plenair niet mogelijk was. Ook in de raad klinkt kritiek. Hoe kan de politiek nu net Overvecht aanwijzen, een wijk die al zoveel problemen heeft?!
Voor niemand was Overvecht eerste keus, ook voor GroenLinks niet. Maar het blijkt de enige plek waar op korte termijn een locatie beschikbaar is die goed om te bouwen voor voldoende plaats en faciliteiten. Dan weegt voor ons het bieden van opvang zwaarder dan het feit dat Overvecht een wijk met problemen is. Want zoals woordvoerder Peter van Corler in de commissie zei: “GroenLinks gaat niet mee in het automatisme dat noodopvang extra problemen voor de wijk betekent.”
Door de informatieavonden en de gesprekken die daar werden gevoerd, werd nog eens onderstreept dat de wijk Overvecht extra aandacht en inzet vraagt. Daar was al een start mee gemaakt door bij de begroting een ‘task force’ in te stellen en wat GroenLinks betreft pakken we door, samen met bewoners en organisaties in de wijk.
De noodopvang moet goed in de wijk worden ingepast. Bijvoorbeeld door extra toezichthouders, gemengde samenstelling van de groep vluchtelingen (zowel gezinnen als alleenstaanden) en door in de noodopvang activiteiten en faciliteiten te organiseren waar ook bewoners iets aan hebben (bijvoorbeeld gratis sporten of een buurtrestaurant). Daar zullen we ons de komende maanden voor blijven inzetten!