De speech van raadsnestor Arjan Kleuver bij het vertrek van Margriet Jongerius uit de Utrechtse gemeenteraad. 

Tja, mevrouw Jongerius… Weet u, ik voel een heel sterke band tussen ons tweeën. Wij hebben iets gemeen. Ik sta hier ook vaak met een moeilijk verhaal.

Mevrouw Jongerius, u verlaat de politieke arena. Het is niet elke vertrekkende wethouder gegeven om dat met opgeheven hoofd te doen, maar u wel. En dat is uw eigen verdienste. Ik heb mijn licht opgestoken bij mensen die intensief met u hebben samengewerkt en alom wordt uw vertrek betreurd. Het beeld dat uit de reacties naar voren komt, bevestigt op alle denkbare manieren het beeld dat ik ook van u heb. U bent een door en door betrouwbare vrouw, een lieve vrouw, u heeft geen kapsones, u plaatst uw omgeving waar mogelijk op een voetstuk en het gaat mevrouw Jongerius nooit om mevrouw Jongerius, u bent een echte Utrechtse en wist die troef in publieke optredens ook uit te spelen, privé en zakelijk geeft u invulling aan uw sociale idealen waarbij u zowel oog heeft voor het detail als voor de grote lijnen. Als je de dikke beleidsnota doet, moet je het kleine gebaar niet nalaten. 

Over dat oog voor detail: U bent tijdens uw wethouderschap in het huwelijk getreden. Ook dat huwelijk weerspiegelde uw persoonlijkheid en uw sociale hart. In Kanaleneiland en met de dresscode ‘laarzen, want het is in het gras’. Ik vind het sowieso wel iets moois hebben als mensen die al jaren bij elkaar zijn besluiten te trouwen, maar extra mooi is het als je daar zo’n persoonlijke invulling aan geeft als u. En dat brengt ons op een punt van zorg. Raadsleden hebben u in hun hart gesloten en maken zich dus ook wel een beetje zorgen om u. In mijn zoektocht naar informatie werden mij strikt vertrouwelijke documenten toegespeeld door de heer Zwanenberg. Het betreft de paklijst voor de vakantie, opgesteld door de echtgenoot van mevrouw Jongerius. Op deze lijst worden items genoemd die kennelijk per se mee moeten op vakantie. Een aantal voorbeelden:

(Arjan leest voor uit de paklijst)

Mevrouw Jongerius: Uit de grond van het hart van deze raad: laat het los. Het komt wel goed. Burgemeester, ik stel u dit document wel even ter hand. Mocht er ooit nog iets spelen rondom mevrouw Jongerius, dan kunt u hier wel iets mee.

In deze speech gaat het natuurlijk vooral om de ervaringen van de gemeenteraad, maar ik vond het toch ook bijzonder en mooi dat ambtenaren over u zeiden dat ze uw stijl zo verfrissend vonden. Dat kwam door uw benaderbaarheid, maar ook door uw openheid en door uw moed om intern de vraag te stellen: waarom doen we dingen zoals we ze doen? Als één van de concrete voorbeelden werd het cultuurconvenant genoemd: u wilde méér met de stad, méér van onderaf, breder, vernieuwender, met kansen voor kunstenaars die anders geen of minder kans hadden. Uw vernieuwende en verbindende stijl kwam ook duidelijk naar voren in de stads- en wijkgesprekken, Utrecht zijn we samen, de pilot ‘right to challenge’,  en in de agenda voor initiatief en het initiatievenfonds.

Als we nou al uw kwaliteiten: verbinden, vernieuwen, overbruggen, samenwerken, luisteren, iedereen in zijn waarde laten, oprecht zijn; als we die kwaliteiten nou eens vergelijken met kritiek die de politiek vaak krijgt: “Ze luisteren toch niet” “Ze zijn alleen maar uit op macht” “Na de verkiezingen hoor je ze niet meer” Kritiek waar wij wat van kunnen vinden, maar die je wel vaak hoort… Dan zit er een heel bittere kant aan uw vertrek. In uw indrukwekkende ontslagbrief schrijft  u daarover dat uw bestuursstijl onvoldoende ruimte zou laten voor profilering. We weten ook allemaal dat dit, deze plek hier, het spreekgestoelte, niet uw natuurlijke habitat was. Althans niet als je wilt dat een wethouder de raad aftroeft met snedige oneliners en vooropgezette valkuilen. En dan moet de raad zich wat gaan afvragen. Wat willen we nou? Moeten we blij zijn als een wethouder, die door vriend en vijand geprezen wordt als iemand die tot op het bot deugt, besluit te vertrekken omdat ze het idee heeft dat ze zich niet kan profileren? Vinden we de presentatie echt zo veel belangrijker dan de inhoud? Natuurlijk is het een kwaliteit als een politicus erin slaagt zijn of haar ideeën op een goede manier voor het voetlicht te brengen, maar wanneer slaan we daarin door? Wat doen we als we gebeld worden door een journalist die wel zin heeft in een relletje: kritiek op wethouders hoort bij ons werk, maar gaan we dan opnieuw zonder debat, zonder kans op weerwoord, anoniem en dus laf, leeglopen omdat iemand verbaal een steek laat vallen? Of wijzen we op de inhoud, durven we op te komen voor iemand’s inhoudelijke kwaliteiten en toewijding? Het antwoord is aan u. Maar misschien moet u de volgende keer eerst even goed nadenken over wat het betekent een volksvertegenwoordiger te zijn. 

Mevrouw Jongerius, uw beslissing om de politieke arena te verlaten is moedig. Misschien begrijpelijk, maar toch ook weer niet. Ik denk dat uw vertrek iets blootlegt waar de politiek, wij dus, een antwoord op moeten vinden. Als u niet zou deugen, hadden we u met liefde uitgezwaaid, maar nu is het pijnlijk. We zullen in uw traditie, in uw lijn, moeten kijken hoe we door te verbinden, door verschillen te overbruggen zonder ze weg te poetsen, zonder onszelf en onze kiezers ideologisch geweld aan te doen, moeten kijken hoe we ons dan toch kunnen profileren. Want dat moet, kennelijk. Mevrouw Jongerius: enorm veel dank voor uw werk, voor uw harde werk, voor uw inspiratie. Verlaat, alstublieft, met opgeheven hoofd de politieke arena in de wetenschap dat de deuren van alle fractiekamers wijd voor u openstaan als u voor een kopje thee of voor een inhoudelijk gesprek wilt bijbabbelen. Dag, Margriet.