• Bij plannen tot nieuwbouw of herontwikkeling worden eisen op het gebied van duurzaamheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie van meet af aan meegenomen.
  • Versterken van handhaving en toezicht op energie-prestatienormen bij oplevering van nieuwbouw en renovatie.
  • Bouwen op oude bedrijfsterreinen en het afbouwen van Leidsche Rijn heeft de prioriteit.
  • In de polder Rijnenburg wordt de komende raadsperiode niet gebouwd.
  • Alleen nieuwbouw van kantoren op plekken die uitstekend per fiets en openbaar vervoer zijn te bereiken, zoals het Stationsgebied en Leidsche Rijn Centrum.
  • Leegkomende kantoor- en bedrijfslocaties worden gebruikt voor huisvesting of voor ondernemers uit de wijk.
  • Afspraken maken met de corporaties over de aanpak van slechte woningen; daarbij worden bewoners intensief betrokken. Door het energiezuiniger maken van woningen blijven de vaste lasten van de huurders laag.
  • Stimuleren van woningbouwcorporaties om energiebesparing voor huurders te realiseren.
  • Verkorten van de wachttijden voor studentenkamers. Dit doen we onder meer door leegstaande kantoren te verbouwen tot woningen voor studenten en starters.
  • We zoeken steeds een balans tussen monumentale waarde, en doelen op het gebied van duurzaamheid.
  • De monumentale Oudegracht wordt het autovrije domein van voetgangers en fietsers.
  • Monumentaal groen krijgt een plek in de monumentenverordening.
  • Op bepaalde plekken in de stad worden ligplaatsen aangewezen waar alleen (voormalig) varende schepen mogen liggen en bij nieuw te realiseren ligplaatsen hanteren we een voorkeursbeleid voor drijvend erfgoed.
  • Stapsgewijs inhalen van de achterstand in het onderhoud van de openbare ruimte waarbij duurzaamheid en veiligheid voorop staan.
  • Ook buiten de binnenstad met bewoners en ondernemers verblijfsvriendelijke inrichtingsplannen maken voor de openbare ruimte.
  • Verbeteren van informatievoorziening, zorgen voor korte lijntjes tussen bewoners, wijkraden en gemeente om zo de participatie van de burgers te ondersteunen.
  • Met ondernemers afspraken maken over parkmanagement van bedrijventerreinen.
  • Letten op comfort voor slechtzienden, rolstoel- en rollatorgebruikers wordt uitgangspunt bij de inrichting van de openbare ruimte.
  • In bestemmingsplannen en bij de inrichting van de openbare ruimte een kindertoets opnemen waarmee we oversteekplaatsen, speelruimtes, loop- en fietsroutes op kindvriendelijkheid testen.
  • Iedere lente een wijk-kijk organiseren: samen met de buurtkinderen inspecteert de gemeente de speelplekken. Wat kapot is, wordt gerepareerd of vervangen; rommel wordt opgeruimd. Speelplekken moeten schoon en heel blijven. Een wijk-kijk is een middel om kinderen invloed op hun leefomgeving te geven.