Iedere maand schrijft Heleen een column voor de nieuwsbrief van GroenLinks. Deze keer over de campagne, tweedeling en Overvecht. 

De afgelopen weken heb ik het genoegen gehad heel vaak mee te mogen gaan op campagne.

Ik vind dat leuk, met mensen spreken over GroenLinks en de verkiezingen, maar vooral ook over het leven van deze mensen.

Vorige week kwam ik aan de deur bij een vrouw die mij vertelde dat ze echt niet weet wat ze moet stemmen.

Zij vroeg mij: 'Noem mij één reden waarom ik op GroenLinks zou moeten stemmen?'

'De opwarming van de aarde is misschien wel de belangrijkste uitdaging waar we voor staan. Voor GroenLinks is dit topprioriteit,' zei ik.

Ze was niet onder de indruk. Niet omdat ze dat niet belangrijk vindt, maar het raakte haar gewoon niet als meeste.

'Probeer eens iets anders,' zei ze.

'GroenLinks wil dat groepen die nu tegenover elkaar staan, weer samen gaan leven.'

Dit is waar de vrouw zich echt zorgen over bleek te maken: de toenemende polarisatie. Het benadrukken van verschillen, juist ook door politici. In plaats van het onderstrepen van wat we gemeen hebben.

Of deze vrouw GroenLinks gaat stemmen, ik weet het niet.

Wat ik wel weet door alle gesprekken die ik mag voeren met mensen, is dat er een zorg is over de wijze waarop we met elkaar omgaan.

Of juist niet omgaan.

Want de kloof tussen mensen groeit, helaas zien we dat ook in Utrecht terug.

In een artikel in de Volkskrant (mei 2016) lazen we de verhalen van de mensen uit de tienhoogflat aan de Schooneggendreef. Mevrouw Hofs wordt bespuugd door haar bovenbuurman. En mevrouw Van Wijk weigert met haar buurman te praten. Tegen de journalist: 'Wil jij hem vragen of hij de vuilniszak wil weghalen?' Het antwoord van de buurman: 'Dat kan ze toch ook zelf vragen.'

'Mensen luisteren niet meer naar elkaar,' zei een man tijdens een andere campagneactiviteit.

En mensen praten dus ook niet meer met elkaar.

Je bent voor of tegen, het is ja of nee, je hoort bij de een of bij de ander. Het is 'wij' tegenover ‘zij’. We zijn vergeten dat we een samenleving delen.

Daarom vind ik de leus van GroenLinks zo mooi: niet schreeuwen maar praten.

De problemen in Overvecht zijn echter te groot om af te kunnen doen met een leus. Het vraagstuk van de toenemende tweedeling, ook in Utrecht, houdt GroenLinks al lang bezig.

Ik herhaal het nog maar eens: een jongen uit Overvecht met een IQ van 120, krijgt niet hetzelfde schooladvies als een jongen met hetzelfde IQ uit Wittevrouwen.

GroenLinks vraagt constant aandacht voor de toenemende tweedeling in het onderwijs;

om te zorgen dat er stop komt op de verkoop van sociale woningen in populaire wijken, zodat mensen met verschillende inkomens naast elkaar kunnen blijven wonen;

dat iedereen in Utrecht dezelfde zorg krijgt;

dat mensen niet door het ijs zakken, omdat ze onvoldoende geld hebben om in hun basisbehoeftes te kunnen voorzien.

Maar feit blijft dat ook in onze mooie welvarende stad er een verschil is tussen mensen die minder kansen hebben en mensen die meer kansen hebben.

'De politiek is zo hard geworden,' hoorde ik de laatste keer aan een deur.

Van zachte woorden en een warm hart krijgen mensen geen huis.

Van een vriendelijke lach krijgen kinderen geen beter schooladvies.

Een ernstige ziekte verdwijnt niet door naast iemand te gaan staan.

Het tegengaan van tweedeling vraagt om scherpe politieke keuzes.

Maar voor het tegengaan van de kloof tussen mensen, zijn juist die zachte woorden, dat warme hart en die vriendelijke lach zo belangrijk. En dat we niet schreeuwen, maar praten. En luisteren.

Een hele fijne verkiezingsdag en – avond gewenst. Dat de zachte kracht mag winnen.

 

Heleen

Fractievoorzitter