GroenLinks-raadslid Marry Mos heeft vandaag in schriftelijke vragen het college gevraagd de definitie van 'broodnood' te wijzigen. In de ogen van GroenLinks is er simpelweg sprake van broodnood als mensen na aftrek van vaste lasten, niet voldoende geld overhouden voor hun eerste levensbehoeften. Het college definieert broodnood momenteel smaller, als een acute noodsituatie. PvdA, SP en ChristenUnie steunen de oproep van GroenLinks en dienden de vragen mede in.

Op 14 mei jongstleden geeft het college in een commissiebrief aan dat er sprake is van broodnood bij uitkeringsgerechtigden, als er sprake is van een acute noodsituatie, zodat een noodbetaling onvermijdelijk is. 'Bijvoorbeeld dreiging van huisuitzetting in de winter in combinatie met het niet hebben van geld om in de eerste levensbehoeften te voorzien en het niet kunnen lenen van geld bij derden. Iemand mag dan ook niet inwonend zijn bij familie, vrienden, of kennissen. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties wordt er overgegaan tot een noodbetaling in verband met broodnood.'

GroenLinks, PvdA, SP en Christenunie hebben hier moeite mee. Het instellen van een vier weken zoektermijn is bedoeld om mensen die prima aan het werk kunnen te stimuleren eerst een baan te zoeken alvorens bij de gemeente aan te kloppen. En is niet bedoeld om mensen in forse problemen te brengen. Om dat laatste te voorkomen is afgesproken dat er op broodnood getoetst wordt en moet helder zijn wat er wordt verstaan onder broodnood.

In de ogen van GroenLinks, PvdA, SP en Christenunie is er sprake van broodnood als mensen na aftrek van de vaste lasten rondom huur, gas, licht, water en ziektekostenverzekering – niet voldoende geld overhouden om te voorzien in de eerste levensbehoeften. Wethouder Den Besten gaf in december 2012 desgevraagd aan dit uitgangspunt te delen en zo nodig de definitie aan te passen. Derhalve verbaast het ons dat de definitie van broodnood in de brief van mei jongstleden nauwelijks is aangepast.

Dit leidt tot de volgende vragen:

1                   

Deelt het college het uitgangspunt van GroenLinks, PvdA, SP en Christenunie dat er sprake is van broodnood als uitkeringsgerechtigden na aftrek van de vaste lasten rondom huur, gas, licht, water en ziektekostenverzekering – niet voldoende geld overhouden om te voorzien in de eerste levensbehoeften? En het derhalve ongewenst is dat de gemeente, indien de aanvrager voor een uitkering in deze situatie verkeert én recht heeft op een uitkering, de betreffende persoon de eerste vier weken zijn uitkering aanhoudt met het zeer grote risico dat de persoon in kwestie in forse problemen terecht komt?

2                   

Zo ja, is het college bereid de definitie van broodnood te wijzigen in: ‘Er is sprake van broodnood als mensen na aftrek van de vaste lasten rondom huur, gas, licht, water en ziektekostenverzekering – niet voldoende geld overhouden om te voorzien in de eerste levensbehoeften?’