Docenten en buurtbewoners die voorheen betaald werden voor het geven van cursussen, zijn vanaf 1 januari 2010 verplicht vrijwilliger geworden. Dat blijkt uit een persbericht van stichting Doenja. De stichting moest met ingang van het nieuwe jaar stoppen met hun eigen cursusaanbod wegens bezuinigingen van het huidige college. Dat leidt bij GroenLinks raadslid Niki Schipper tot het stellen van schriftelijke vragen.

Op 28 oktober heeft het college aangegeven dat er wel 'ruimte moet blijven voor ondersteuning en de organisatie van vrijwilligers'. Subsidie zou worden verleend om het opbouwen en ondersteunen van vrijwilligerswerk mogelijk te houden om zo de aanpak van eenzaamheid, het opzetten van dagbesteding en het stimuleren van participatie van ouderen en gehandicapten te bewerkstelligen. Nu stichting Doenja zelf geen cursusaanbod meer kan organiseren, zijn hulpbehoevenden aangewezen op de inzet en motivatie van vrijwilligers die zelf de touwtjes in handen nemen.

Het college heeft toegezegd dat zodra het plan concrete vormen aanneemt, 'de commissie geïnformeerd zal worden' en 'we met elkaar gaan kijken hoe het plan verder vormgegeven kan worden'. Nu stichting Doenja de concrete effecten van de bezuinigingen voelt, is het tijd voor een evaluatie.

Groenlinks raadslid Niki Schipper wil het volgende van het college weten:

 

1. Kan het college uitleggen welke structuur van wijkgerichte ondersteuning van vrijwilligers in 2010 in stand blijft? M.a.w. waar kan een vrijwilliger of vrijwilligersorganisatie terecht voor ondersteuning?

2. Kan het college aangeven welke afspraken met de wijkwelzijnsorganisaties zijn gemaakt, waaronder Doenja, ten aanzien van het organiseren en ondersteunen van vrijwilligers in 2010?

3a. Kan het college aangeven welke afspraken met de vrijwilligerscentrale zijn gemaakt ten aanzien van het organiseren van de ondersteuning van vrijwilligers in 2010?

3b. Welke kaders heeft het college de vrijwilligerscentrale meegegeven

voor organiseren van de ‘verdere ontwikkeling’ voor de ondersteuning van vrijwilligers in 2010?

4. Kan het college aangeven wanneer de momenten zijn waarbij de gemeenteraad wordt betrokken bij een verdere vormgegeven? Kortom wanneer is het plan ten aanzien van de integrale ondersteuning vrijwilligers concreter?

5. Deelt het college de visie van GroenLinks dat niet alle vrijwilligers allemaal dezelfde ondersteuning behoeven? Zo ja, welke verschillen en behoeften ziet het college onder vrijwilligers? Zo nee, waarom meent het college voor de ‘kwetsbare doelgroep’ (ouderen en gehandicapte) de vrijwilligersinzet te moeten vergroten?