“De inhumane mensenrechtenschendingen door Israël en de genocide in Gaza maken dat we ons als mensenrechtenstad heel duidelijk moeten uitspreken en onze verantwoordelijkheid moeten nemen,” aldus Mahaar Fattal (GroenLinks) en Hester Assen (PvdA).
In juli van dit jaar werd in de Utrechtse gemeenteraad een inwonersmotie in stemming gebracht die opriep tot een boycot van Israëlische producten. Die motie haalde geen meerderheid, mede omdat deze juridisch niet volledig uitvoerbaar was. Ook een alternatieve motie ingediend door onder andere GroenLinks en de PvdA kreeg onvoldoende steun. De gemeente stelde destijds dat uit een snelle scan van de eigen inkoop was gebleken dat er geen contracten waren met Israëlische partijen. Later bevestigde grondiger onderzoek dat Utrecht inderdaad zelf niets koopt bij Israëlische bedrijven, maar dat er verderop in de productieketen wél relaties zijn met Israëlische bedrijven, zoals met het softwarebedrijf CyberArk. Fattal: “We willen heel duidelijk zijn: Utrecht moet op geen enkele manier bijdragen aan mensenrechtenschendingen, direct of indirect, in Gaza of waar ook ter wereld. Daarom doen we vandaag, opnieuw, een uitdrukkelijk verzoek aan de gemeente om tot het uiterste te gaan om daar zorg voor te dragen.”
Utrecht als Mensenrechtenstad
Als mensenrechtenstad heeft Utrecht een voorbeeldfunctie. De motie die vandaag is aangenomen roept op om geen nieuwe samenwerkingen aan te gaan met Israëlische bedrijven of andere bedrijven die aantoonbaar mensenrechten schenden. Daarnaast willen de partijen dat alle directe leveranciers worden aangesproken om ook hun eigen partners en toeleveranciers te conformeren aan de OESO-richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarin uitdrukkelijk aandacht is voor mensenrechten. Assen: “Utrecht moet voorop lopen. Met deze motie doen wij een dringend beroep op het stadsbestuur om in woord én daad uit te dragen dat Utrecht staat voor mensenrechten.”