Als raadslid maar zeker ook als moeder ben ik groot voorstander van vaccineren. Toch ging het ook in mijn gezin laatst bijna mis. De brief voor de HPV-vaccinatie van mijn dochter was zoekgeraakt. Pas toen ik van klasgenoten hoorde dat de prik eraan kwam, ben ik gaan bellen. Gelukkig kon ze alsnog terecht, maar het kostte veel geregel. En dan heb ik niet 1, maar 3 dochters! Bij elke dochter moesten we naar een andere locatie, waarvoor we vrij moesten nemen van werk. Voor veel ouders kan dat nét de reden zijn om het niet te doen. Terwijl het zoveel makkelijker zou zijn als de vaccinatie gewoon op school of in de buurt kon, zodat het bijna vanzelfsprekend voelt.

Die vanzelfsprekendheid is precies wat we dreigen te verliezen. De vaccinatiegraad in Utrecht loopt namelijk al jaren terug, en dat baart me zorgen. Zo’n 85% van alle tweejarigen in Utrecht heeft alle vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma gehad. Voor de BMR-prik (tegen bof, mazelen en rodehond) is dat 87 procent, terwijl het eigenlijk minimaal 95 procent zou moeten zijn om uitbraken te voorkomen. Utrecht zit hiermee onder de landelijke gemiddelden, en onder de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. In wijken als Kanaleneiland en Overvecht ligt de vaccinatiegraad bovendien nóg lager. 

Dit zijn niet zomaar wat cijfers. Het betekent dat ziektes die we bijna vergeten waren, zoals mazelen of kinkhoest, weer de kans krijgen om rond te gaan. Dat treft ons allemaal, maar vooral de meest kwetsbaren: baby’s die nog geen vaccin kunnen krijgen of mensen met een zwakke gezondheid of een beperkter immuunsysteem.

Waarom daalt die vaccinatiegraad? Er spelen meerdere redenen. Sommige ouders twijfelen of vaccins wel veilig zijn, een angst die versterkt is sinds de coronaperiode. Anderen onderschatten de ernst van ziektes waartegen we vaccineren. En via sociale media verspreidt zich helaas ook veel onjuiste en misleidende informatie. Maar er zijn ook heel praktische drempels: ouders die vrij moeten nemen van werk, lange reistijden naar een priklocatie, of het missen van een duidelijke herinnering. 

Wat GroenLinks betreft moet Utrecht daarom met nog meer urgentie handelen. Het college zet goede stappen, maar het mag steviger en concreter. Wij willen dat er betere samenwerking komt tussen scholen, zorgorganisaties, artsen, jeugdverpleegkundigen en buurtinitiatieven. Daarnaast pleiten we voor een pilot met vaccinaties op school in wijken waar de vaccinatiegraad laag is. Dat maakt de prik laagdrempelig en bespreekbaar in de klas, en het scheelt ouders tijd en moeite. In andere steden gebeurt dit al met succes. Waarom zouden wij in Utrecht achterblijven?

Uiteindelijk gaat het om meer dan een prik. Het gaat om gezondheid, om solidariteit, en om de zekerheid dat we in Utrecht goed voor elkaar zorgen. Laten we samen zorgen dat vaccineren weer vanzelfsprekend wordt.