Spijbelen, agressie en toenemend crimineel gedrag. Al Amal en stichting Jongerenwerk luidden vorige week in de Volkskrant de noodklok over problemen bij een bepaalde groep Marokkaanse meisjes. De fracties van GroenLinks en de PvdA in Utrecht maken zich zorgen en hebben naar aanleiding van het nieuws schriftelijke vragen aan het college gesteld.

Het is geen nieuws dat meiden een vergeten groep lijken te zijn in het gemeentelijk jeugdbeleid. Daarom hebben de PvdA en GroenLinks op 19 mei 2009 de notitie ‘Utrechtse meiden doen mee!’ aan het college van burgemeester en wethouders aangeboden om meer aandacht te geven aan meiden in het gemeentelijk beleid. Ook met het amendement ‘Laat het Utrechtse meidenwerk bloeien’ is ingezet op intensiever meidenwerk. Desalniettemin lijkt het beleid nog onvoldoende aan te sluiten op specifieke meisjes problematiek.

Dit baart de fracties van PvdA en GroenLinks ernstige zorgen en daarom hebben wij de volgende vragen.

1. Hebt u kennisgenomen van het artikel in de Volkskrant over de zorgen die er zijn omtrent de leefstijl van een bepaalde groep Marokkaanse meisjes’?

2. Wat is uw reactie op de roep om meer aandacht voor Marokkaanse meiden van de Utrechtse organisaties?

3. Bent u bereid om met de verschillende instellingen in gesprek te gaan om een beeld te krijgen wat de precieze problematiek is van deze meisjes en de raad hierover te informeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja op welke termijn?

4. In hoeverre speelt bovenstaande problematiek ook bij andere meiden in Utrecht en bent u bereid om ook dit in beeld te brengen? Zo nee waarom niet? Zo ja op welke termijn?

5. Zoals eerder aangegeven hebben de fracties van de PvdA en GroenLinks in 2009 en in 2011 meer ruimte gevraagd in het beleid voor meiden. In hoeverre sluit het huidige beleid aan op de behoeften van deze doelgroep en andere doelgroepen en de wensen vanuit onder meer de hulpverlening en zelforganisaties? Indien dit niet het geval blijkt te zijn, wat bent u van plan hieraan te doen?

6. Bent u bereid de samenwerking met onder andere vrouwenorganisaties, zelforganisatie en het jongerenwerk te intensiveren om deze problematiek zichtbaar aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn?

7. In welke mate wordt binnen het vernieuwend welzijn en de nieuwe aanbesteding jeugdhulp rekening gehouden met specifieke meisjes problematiek? Bent bereid dit nauwkeurig te monitoren en waar nodig, meteen op in te grijpen? Zo nee waarom niet en zo ja op welke wijze?