Burgemeester Aleid Wolfsen zegt dat de gemeente Utrecht de beleidslijn die is afgesproken met het Openbaar Ministerie en de politie voor honderd procent volgt. Hij deed dit in antwoord op vragen van GroenLinks raadslid Heleen de Boer. Wolfsen ontkende ook dat de aangekondigde ontruimingen in strijd zouden zijn met de afspraken in de driehoek en de toezeggingen die in de gemeenteraad zijn gedaan.

Toch bleek gisteren dat de afspraken met het OM en de politie toch niet zo helder zijn als uit de woorden van de burgemeester valt op te maken. De rechtbank in Utrecht verbood gisteren de ontruiming van een oud schoolgebouw aan de Frans Schubertstraat. De rechter oordeelde dat het OM 'deugdelijk onderzoek' had moeten doen alvorens de brief met daarin de aangekondigde ontruiming de deur uit te doen. Volgens de krakers hadden zij namelijk toestemming van de gemeente Utrecht om het pand te gebruiken.

Een van de andere kraakpanden, het pand aan het Oorsprongpark, is onlangs al vrijwillig ontruimd, toen duidelijk werd dat de eigenaar het wilde verbouwen. Toch werd ook op dit adres een brief bezorgd. Op 24 maart dient een volgend kort geding, dat van het pand aan de Goeman Borgesiuslaan.

GroenLinks stelde de vragen naar aanleiding van signalen dat bewoners van minimaal vijf verschillende kraakpanden in de stad een brief hebben ontvangen van het Openbaar Ministerie. In de brief werd aangekondigd dat het Openbaar Ministerie het aangeschreven pand binnen 8 weken zal ontruimen.

Eerder hebben zowel de gemeenteraad van Utrecht, het OM als ook burgemeester Wolfsen uitgesproken dat het ontruimen van reeds gekraakte panden geen prioriteit zou krijgen.

Panden zouden alleen worden ontruimd als er sprake zou zijn van belemmering van uitvoering plannen van de eigenaar, ernstige overlast, verstoring van openbare orde of gevaar voor de gezondheid of veiligheid. In de ons nu bekende gevallen zegt de eigenaar zelf niet om ontruiming te hebben gevraagd. De kans lijkt aanwezig dat na ontruiming de panden ongebruikt blijven, wat ons een onwenselijke situatie lijkt.

GroenLinks stelde de volgende vragen aan de burgemeester:

1. Is de burgemeester op de hoogte van de aanschrijvingen door het OM?

2. Hoe verhoudt dit zich met de eerdere toezeggingen en het beleid dat is geformuleerd door het college en de afspraken die eerder in de driehoek zijn gemaakt?

3. Is de burgemeester bereid om opnieuw in overleg te treden met het OM over het te voeren beleid, zeker waar het gaat om prioriteitstelling en de daarover eerder afgesproken criteria?