De helft van de met ontslag bedreigde werknemers van UBWerkt mag nog een maand doorwerken, terwijl de andere helft zelfs al sinds 1 januari op straat staat. Dat is tegen alle afspraken in, zegt GroenLinks-raadslid Marry Mos. Vorig jaar november zegde wethouder Den Besten toe dat de dertig met ontslag bedreigde mensen tot 1 april in dienst konden blijven bij UBWerkt en dat de overige tien met een WSW-indicatie overgenomen konden worden door UW-bedrijven.

GroenLinks vindt het buitengewoon spijtig dat dit niet is gebeurd en stelt daarom vandaag schriftelijke vragen aan de wethouder.

De UB Groep is al 25 jaar actief in Utrecht en omgeving door het bieden van werk aan mensen die weinig kansen hebben op de arbeidsmarkt. Het bieden van werk gebeurt door middel van het beheer van fietsenstallingen (U-Stal), het gemeentelijk depot gevonden en verloren voorwerpen, parkeergarages, zowel in Utrecht, Houten, Nieuwegein, Woerden, Driebergen-Zeist. UBWerkt voert opdrachten uit op het gebied van stadsonderhoud, groenvoorzieningen en reiniging in Utrecht. De UB groep biedt werk & MBO-1 opleidingen aan ongeveer 200 mensen en begeleidt jaarlijks een paar honderd taakgestrafte jongeren.

Mos: "Om te zorgen dat de overgebleven dertig mensen niet zomaar op straat zouden belanden gaf de wethouder aan dat zij ‘met alle intenties en alle inzet van het hele college' van werk naar ander werk zouden worden begeleid". Vervolgens is in een motie op 8 november bekrachtigd dat het college vervangende werkzaamheden zou zoeken voor UB Werkt, zodat zoveel mogelijk van de met ontslag bedreigde werknemers herplaatst konden worden. Werknemers van UBWerkt die toch niet konden blijven, zouden samen met UBWerkt actief worden begeleid naar ander werk.

GroenLinks betreurt dat dit niet is gebeurd en heeft de volgende vragen aan de wethouder:

1 Klopt het dat de medewerkers van UBWerkt niet tot 1 april een contract hebben? Wat heeft het college ondernomen om te voorkomen dat deze mensen per 1 januari op straat staan?

2 Hoeveel jobhunters heeft het college ingezet en wat zijn de resultaten hiervan? Hoeveel vervangende werkzaamheden heeft het college gerealiseerd voor UBWerkt?

3 Hoeveel van de met ontslag bedreigde mensen van UBWerkt heeft een WSW-indicatie? Is het deze mensen toegestaan om hun oude werkzaamheden onder de vlag van UW-bedrijven verder op te pakken? Zo nee waarom niet? Hoe verhoudt zich dat tot de uitspraken van de wethouder in de commissie M&S van 1 november 2012?

4 Welke acties heeft het college in petto om te zorgen dat de mensen daadwerkelijk begeleid worden naar ander werk? Is het college bereid om de opdrachten die via Social Return binnen komen bij de gemeente in eerste instantie voor te leggen aan UBWerkt totdat de 30-40 medewerkers van UBWerkt werk hebben? En dit niet te beperken tot de toegezegde 200 uur. Zo nee, waarom niet?

5 Voorts bereikt ons het gerucht dat UW-bedrijven er niet in slaagt om de schoonmaak in de openbare ruimte volledig via WSW-ers uit te voeren en daarom expliciet werft onder uitkeringsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt en tevens bijstandsgerechtigden maximaal 9 maanden met behoud van uitkering laat schoonmaken in de openbare ruimte, middels het gemeentelijke project Werken in het Groen.
a. GroenLinks en PvdA horen graag van het college of dit klopt en wat het college hiervan vindt.
b. Is het college het met GroenLinks en PvdA eens dat het onwenselijk is om concurrentie te laten ontstaan en verdringing te bevorderen tussen moeilijk plaatsbaren?
c. Zo ja, is het college bereid om daar waar het schoonmaak in de openbare ruimte niet uitgevoerd kan worden door mensen met een WSW-indicatie, de oorspronkelijke werkers van UBWerkt eerst voor dit werk in aanmerking te laten komen alvorens er andere mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor te werven?

6 Wat weerhoudt het college er van om net als vele ondernemingen, die maatschappelijke verantwoord ondernemen (o.a. Unilever, Jaarbeurs, ABN, ING, NS en Schiphol) en overheidsorganisaties (o.a. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Rijksoverheid en Universiteit Utrecht) om de Code Verantwoordelijk Marktgedrag te ondertekenen, waardoor het principe ‘mens volgt werk’ (dat immers leidend is bij interne gemeentelijke reorganisaties) bij gemeentelijke schoonmaakopdrachten in de openbare ruimte het uitgangspunt is?