De Voorjaarsnota laat een degelijk en duidelijk verhaal zien voor de komende jaren, waardoor Utrecht financieel gezond blijft. De bezuinigingen zijn noodzakelijk en soms pijnlijk, maar de pijn wordt eerlijk verdeeld. Degenen die het al moeilijk hebben worden ontzien en er blijft geld voor het verwezenlijken van groene en sociale ambities. Bovendien wordt er slim bezuinigd. Het college kijkt over de grenzen van programma’s en diensten heen, waardoor efficiencyvoordelen worden behaald.

Bezuinigingen
De Voorjaarsnota geeft inzicht in de actuele financiële situatie van de gemeente en bevat voorstellen als opmaat naar de begroting. Utrecht moet €18,6 miljoen structureel bezuinigen en zo’n €115 miljoen incidenteel. De structurele bezuiniging komt voort uit het begrotingsakkoord van het Rijk (€13,1 miljoen) en een aantal rijksbezuinigingen op specifieke uitkeringen (€5,5 miljoen). De incidentele bezuinigingen worden veroorzaakt door tekorten op de grondexploitaties Leidsche Rijn (€67,5 miljoen) en Stationsgebied (€ 47 miljoen).

Compliment
GroenLinks fractievoorzitter Marry Mos is overwegend positief over de Voorjaarsnota. Met name over de manier waarop het college keuzes maakt. “Ondanks dat Utrecht van de G4 steden er economisch veruit het beste voorstaat, ontkomen ook wij niet aan bezuinigen. De opdracht is fors en dit college doet het slim en behoedzaam. Er wordt niet op armoede bezuinigd, het weerstandsvermogen is op peil gebracht en er blijft extra geld beschikbaar voor de vergroening van onze wijken. Hiervoor verdient het college een groot compliment.”

Realistisch
De economische crisis heeft vergaande gevolgen onze stad. GroenLinks vindt het daarom goed dat het college in deze voorjaarsnota met vergaande maatregelen komt om de structurele en incidentele tekorten op te lossen. De prioriteiten van dit college ‘groen, sociaal en financieel gezond’ komen hierbij duidelijk tot uitdrukking. Ook is Mos blij met de realistische inslag: “Het college kiest voor investeringen in de fiets in het Stationsgebied ten koste van een aantal P&R voorzieningen. Maar kiest ook voor toegankelijke zorg en voldoende activiteiten voor bewoners die het nodig hebben. Er wordt bezuinigd op gebouwen, niet op mensen. Sommige keuzes gaan met pijn in het hart, zoals het verlagen van de leefbaarheidsbudgetten, maar ze zijn reëel. En er blijft, met 5 ton per jaar per wijk, nog voldoende ruimte voor bewoners om hun leefomgeving te verbeteren.”

Anticiperen
GroenLinks vindt het verstandig dat het college de tekorten in het Stationsgebied en Leidsche Rijn erkent en inboekt. Mos: “We moeten onze kop niet in het zand steken voor de huidige problemen in de bouwsector. De markt stagneert en we moeten anticiperen op een economie die verandert op gebied van wonen, werken en winkelen. Daarom is het nu van belang om meer zicht te krijgen op de precieze oorzaken van de tekorten. En de huidige ontwikkelingen scherp te blijven volgen om passende maatregelen te nemen. We zullen daarbij innovatieve oplossingen niet schuwen.”