De PvdA stelt mede namens GroenLinks, D66 en de ChristenUnie vragen over stages voor jongeren zonder verblijfsvergunning. Vorige week besliste de rechter dat jongeren zonder verblijfsvergunning gewoon stage mogen lopen, omdat dit raakt aan het recht op onderwijs. Dit naar aanleiding van een rechtszaak die de in Utrecht woonachtige Kelvin had aangespannen.
Intussen weten de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66 en CU ook dat er in Utrecht zo’n 20 tot 30 jongeren zijn die vanwege hun illegale status geen stage kunnen lopen en daardoor hun opleiding niet kunnen vervolgen of zelfs niet beginnen aan een opleiding. Daarom de volgende vragen aan de wethouder.
1. Is het de wethouder inmiddels bekend om hoeveel jongeren het exact gaat die door hun illegale status in de knel komen met de opleiding?
2. Op een vraag van CU is door het college geantwoord dat op dat moment geen enkele jongere zonder status bij de gemeente stage liep. Wij zijn nog wel benieuwd of dit eerder wél is voorgekomen. En weet u ook of zij vanwege hun onrechtmatig verblijf in Nederland niet in aanmerking zijn gekomen voor een stageplaats binnen de gemeente? Kan de wethouder toezeggen dat het niet beschikken over een verblijfsdocument voortaan geen reden mag zijn een leerling/student af te wijzen voor een stageplek binnen de gemeente?
3. Wij hebben de goede hoop dat het zal komen tot een kleine aanpassing in de wet arbeid vreemdelingen of de vreemdelingenwet. Tot die tijd blijven jongeren echter nog in onzekerheid verkeren over hun schoolopleiding. Wat kan het college in de tussentijd voor deze jongeren en/of stagebedrijven betekenen?
4. En als de wethouder mogelijkheden hiertoe ziet, op welke wijze wilt u dit communiceren naar scholen/opleidingen, jongeren en de opvanginstellingen?
5. Heeft de wethouder al contact gehad met de minister over de Utrechtse situatie? Zo ja wat is hieruit gekomen? Zo nee, dan zien wij graag dat de wethouder bij minister Kamp (of Leers) erop aandringt dat deze aanpassing in de wet er snel moet komen, omdat jongeren anders hierdoor hun opleiding niet kunnen afronden en zodoende geen enkel toekomstperspectief hebben (als zij zouden terugkeren naar het land van herkomst). Op welke termijn zou dit kunnen gebeuren? Graag een reactie van de wethouder.
6. Is het college bereid om op basis van de uitspraak van de rechter en vooruitlopend op de wetswijziging, er alles aan te doen om de Utrechtse jongeren die het betreft hun stage te laten lopen?