De komende jaren worden structureel meer woningen gebouwd: ieder jaar komen er 3.000 woningen bij. Daarbij investeren we fors in de leefbaarheid en het groen in de wijken. “Utrecht is een prachtplek om te wonen, maar het moet geen stad voor de happy few worden” zegt raadslid Meike Hellevoort. “Daarom wordt 40% van de nieuw te bouwen woningen sociale huur. Dat is zo afgesproken en wij zullen er bovenop zitten om ervoor te zorgen dat dat ook gebeurt”. Om de meest nijpende tekorten op te lossen, zijn plekken aangewezen voor tijdelijke woningbouw. De komende jaren worden er 1000 tijdelijke woningen gebouwd die 10 tot 15 jaar blijven staan. Ook heeft GroenLinks samen met de andere coalitiepartijen afgesproken dat er geen sociale huurwoningen meer verkocht mogen worden. Naast eerdere maatregelen om speculatie op de woningmarkt in te dammen, zorgen deze maatregelen er hopelijk voor dat de druk op de woningmarkt eindelijk iets afneemt.
Kwetsbare groepen
Voor sommige mensen is het nog minder vanzelfsprekend om een woning te vinden. Daarom wijst Utrecht standaard 30% van alle vrijgekomen sociale huurwoningen toe aan kwetsbare groepen, waaronder daklozen, kwetsbare jongeren en statushouders. Die laatste groep vluchtelingen heeft recht op een woning, maar geen enkele kans gehad om een zinvolle wachttijd op te bouwen en zo daadwerkelijk voor een woning in aanmerking te komen. Afgelopen zomer is besloten om tijdelijk 90% van de vrijgekomen woningen toe te kennen aan statushouders. De overige 10% is beschikbaar gehouden voor andere kwetsbare groepen. Deze maatregel is genomen vanwege de mensonterende situatie van vluchtelingen in Ter Apel. Hellevoort: “Ik realiseer me heel goed dat die beslissing als pijnlijk kan worden ervaren door mensen die al jaren op een woning wachten. Maar soms is de situatie zo schrijnend, dat je ongebruikelijke maatregelen moet nemen. De situatie in Ter Apel is zo’n situatie. We staan dus achter deze beslissing, en tegelijkertijd zetten we ons keihard in voor een woning voor al die andere mensen die van Utrecht hun thuis willen maken.”