Uit de commissievergadering van dinsdag 16 juni bleek dat er aan het nieuwe re-integratiebeleid van de gemeente nogal wat haken en ogen zitten. Zo richt het college zich op het aan werk helpen van kansrijken in plaats van kansarmen. Het aanvalsplan van 10 miljoen is vooral bedoeld om een tekort in de begroting te dichten. En de wethouder laat werklozen werken voor een beschamend lage fooi.

Werken voor fooi
In haar aanpak tegen de werklooshied komt de wethouder met een nieuw instrument: de participatieplaatsen. Werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kunnen ‘met behoud van uitkering’ maximaal 2 jaar werken om werkervaring op te doen. Voor een werkweek van 32 uur krijgt de uitkeringsgerechtigde een schamele 60 Euro per maand, wat dus neerkomt op minder dan twee kwartjes per uur. Terwijl de wet de mogelijkheid biedt van een premie van ongeveer 150 euro per maand. Jan Ravesteijn vraagt zich af waarom deze wethouder zo zuinig is: "Een hogere beloning werkt een stuk motiverender en voorkomt dat mensen zich in de schulden werken. Ook vanuit de VNG en de Vakbeweging zijn kritisch geluiden te horen over het instrument 'werk met behoud van uitkering'. Maar deze wethouder houdt haar hand stevig op de knip."

Aanvalsplan is fopspeen
Tijdens de behandeling dinsdag bleek ook dat het bedrag van 10 miljoen dat uitgetrokken wordt voor het aanvalsplan voor een groot deel gebruikt om een tekort van 4,4, miljoen te dichten. Dit tekort is ontstaan doordat de kosten voor een uitkering in Utrecht hoger waren dan de Rijksbijdrage die de stad daarvoor ontvangt. Ravesteijn: "Utrecht heeft de afgelopen jaren slechter gepresteerd dan de rest van het land daarom hebben we nu een tekort. Dat tekort moet gedicht worden, maar het is een schande om dan te doen alsof er nu 10 miljoen extra geïnvesteerd wordt. Zo maakt hij dit aanvalsplan tot een fopspeen. Dat kan echt niet."

Kansrijk of kansarm?
Mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt konden altijd rekenen op de steun van de gemeente. GroenLinks was trots op dat beleid en heeft dinsdag dan ook met teleurstelling naar de wethouder geluisterd. Volgens het huidige college moet er in deze tijd ingezet worden op mensen met de grootste kans op werk, de kansrijken. Het aan het werk helpen van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft niet langer prioriteit en wordt zelfs afgebouwd. "Dit college kiest heel duidelijk voor de meest kansrijken. De hamvraag is natuurlijk of dit het aantal uitkeringsgerechtigden daadwerkelijk zal doen dalen. Het aantal banen gaat zeker niet stijgen, maar zal eerder dalen. Dus verdring je daarmee anderen op de arbeidsmarkt. Hiermee maken we hun afstand tot de arbeidsmarkt alleen maar groter”, aldus Jan Ravesteijn.