Utrechter Alexander Kraaij bedacht in 2008 een nieuw milieuvriendelijk en inktbesparend lettertype genaamd 'Ecofont'. De gemeenteraad van Utrecht was enthousiast en raadsbreed werd in 2009 de motie gesteund om het lettertype in de gemeentelijke organisatie in te voeren. Vandaag bericht het AD/UN dat het lettertype echter nog steeds niet is ingevoerd. GroenLinks begrijpt hier niets van en wil dat het college de motie alsnog zo spoedig mogelijk uitvoert.

Het gebruik van het Ecofont reduceert het gebruik van inkt bij het printen doordat er kleine gaatjes, vrijwel onzichtbaar met het blote oog, in de letters zitten. Kopiëren en printen is hierdoor milieuvriendelijker en leidt tot een kostenbesparing. Er wordt met het Ecofont ongeveer twintig procent inkt en toner bespaard. Raadslid Steven de Vries: "Het Ecofont is een fantastische uitvinding, ook nog eens door een Utrechter bedacht. Wereldwijd werken instanties en organisaties al met het font, maar Utrecht blijft achter. En dat terwijl er sinds 2009 een motie ligt, gesteund door de voltallige gemeenteraad, die het college gewoon moet uitvoeren. We willen dan ook dat het font zo snel mogelijk de standaard binnen gemeentelijke organisatie wordt."

De schriftelijke vragen:

  1. Waarom is het standaard gebruik van de ‘Ecofont’ nog niet ingevoerd?
  2. In het AD wordt geschreven dat de vertraging rond de invoering van het lettertype te verklaren valt uit aanbestedingsregels, klopt dit? Zo ja, om welke regels gaat het hier?
  3. Deelt het college de mening van de fracties dat het standaard gebruik van dit lettertype zo spoedig mogelijk ingevoerd moet worden? Zo neen, waarom niet?

Een andere milieuvriendelijke manier om te besparen op print en kopieerkosten is het standaard instellen van dubbelzijdige printen en kopiëren op alle gemeentelijke kopieer- en printapparaten.

  1. Deel het college de mening van de fracties dat het standaard instellen van dubbelzijdig printen en kopiëren wenselijk is? Zo neen, waarom niet?
  2. Is het college bereid om dit zo spoedig mogelijk in te voeren?
  3. Hoe worden de gemeentelijke medewerkers en diensten in het algemeen geprikkeld om bij te dragen aan een milieuvriendelijker werkplek?