Wie in 2050 in Utrecht komt, treft als het goed is een stad waar de afvalstromen bijna volledig zijn opgedroogd. Bijna alles wat wij nu afval noemen, bestaat namelijk uit producten en grondstoffen die weer hergebruikt kunnen worden. “Het vraagt echt om een hele nieuwe kijk”, legt Heijne uit. “Steeds weer nieuwe producten maken terwijl onze grondstoffen steeds schaarser worden, en vervolgens wat we niet meer nodig hebben op de afvalberg verbranden, dat is onhoudbaar.” In plaats daarvan wil Heijne dat we kijken of we een product sowieso wel nodig hebben, of producten efficiënter geproduceerd kunnen worden, en of ze hergebruikt, gerepareerd of gerecycled kunnen worden. “Om de overgang te maken naar een circulaire economie is het niet genoeg om alles een beetje duurzamer te doen. We moeten echt naar een totale systeemverandering.”
Hebben we dat nou wel nodig?
De Utrechtse gemeenteraad bespreekt vandaag de visie Utrecht Circulair 2050. Daarin staat welke stappen de gemeente wil nemen om in 2050 daadwerkelijk een circulaire stad te zijn, en bijvoorbeeld geen afval meer te produceren bij het bouwen van huizen of het inrichten van de openbare ruimte. Heijne is enthousiast over de plannen en de keuzen die daarin gemaakt worden. “Dit thema ligt me na aan het hart. Dus natuurlijk heb ik ook nog wel wat suggesties over hoe het beter kan. Nog meer focus op die eerste denkstap: moeten we deze spullen wel kopen, hebben we die wel echt nodig? Leren van andere regio’s. Betere afstemming met andere beleidsterreinen, zoals bijvoorbeeld woningbouw. Maar bovenal ben ik blij dat Utrecht stappen gaat zetten. Dat is keihard nodig, in de wereld, in Nederland en ook in Utrecht.”