Onvrede over belastingen zit in het DNA van de Nederlanden
Geld en geloof zijn oorlogen waard.Nederland is ontstaan door de 80-jarige oorlog: de Protestantse Nederlanden wilden zich bevrijden van de Katholieke Spaanse overheersing. Maar wat niet iedereen weet, is dat er ook economische aanleiding was om onder het Spaanse juk vandaan te komen: de  invoering van de ‘tiende penning’ door de Spaanse hertog Alva, in 1569. De tiende penning was een belasting van 10% op goederen. Tegelijk kwam hij met een ‘twintigste penning’: een overdrachtsbelasting van 5%. Én hij bedacht de ‘honderdste penning’, een belasting van 1% op – daar heb je hem – onroerende zaken: huizen dus. De onroerendezaakbelasting, OZB, was geboren. Hij lag in die tijd ruim 10x zo hoog als de 0,0895% die we in Utrecht nu hebben. Daar hadden de Nederlanders geen trek in! Goed om erbij te vertellen dat Alva deze belastingen vanwege alle opstand uiteindelijk nooit heeft ingevoerd. De 80-jarige oorlog is wel doorgegaan en duurde tot 1648.

De onvrede over de OZB duurt nog voort
Dit voorjaar krijgen we vast weer veel discussies over de verhoging van de OZB. Want dát veel gemeenten die gaan verhogen, lijkt onvermijdelijk. Het Rijk geeft de gemeenten vanaf 2026 2,4 miljard euro minder en de taken die gemeenten moeten uitvoeren blijven hetzelfde. Dus ze hebben een probleem. Daaraan kunnen ze drie dingen doen: minder geld uitgeven, de spaarpot leegmaken of meer geld binnen krijgen (of alle drie een beetje). Het eerste – bezuinigen - doet pijn: minder jeugdzorg, nog meer verwarde mensen op straat, minder bibliotheken – bezuinigingen raken veel mensen. Het tweede, de spaarpot, kan je maar één keer inzetten, daarna is hij leeg. En dus kijken gemeenten vaak ook naar het derde: het verhogen van de inkomsten. 

De OZB is de belangrijkste inkomstenbron waarover gemeenten kunnen beslissen. Verhogen van de OZB ligt dus voor de hand, maar ligt ook gevoelig. Ieder jaar zien we felle discussies als gemeenten de OZB verhogen. De Vereniging Eigen Huis en sommige politieke partijen maken er een groot punt van dat gemeenten hun financiële problemen niet mogen afwentelen op arme huiseigenaren. Waarom ligt de OZB zo gevoelig? Bijzonder hoogleraar heffingen van lokale overheden Arjen Schep van de Erasmus Universiteit betoogt dat dat ligt aan de manier van heffen: “Er zijn maar weinig belastingen waarvan je letterlijk een rekening krijgt. Veel mensen hebben geen idee wat ze jaarlijks aan loonbelasting betalen, of aan btw in de supermarkt en accijns bij de benzinepomp. Juist de zichtbaarheid van de gemeentebelastingen maakt ze niet geliefd. Er wordt veel op gemopperd, terwijl je er in vergelijking met rijksbelastingen relatief weinig aan kwijt bent.” In cijfers: gemeenten nemen 40 procent van de overheidsuitgaven voor hun rekening, terwijl de gemeentelijke belastingen maar 3 procent uitmaken van alle belastingen die burgers en bedrijven betalen. Maar deze drie procent zie je direct, en zelfs verhogingen van een tientje per maand leiden tot boze tirades over de burger als melkkoe. En dat is jammer, want de OZB is zo’n mooie belasting. Echt een belasting voor liefhebbers.

Waarom de OZB zo’n mooie belasting is
Fiscaal is de OZB een prachtig ding. Hij treft vanzelf precies degenen die je wilt belasten, de mensen met het meeste geld: huiseigenaren. Huizenbezit is de grote motor onder de toenemende financiële kloof. De OZB wordt opgebracht door de mensen aan de goede kant van die kloof. Bovendien is de uitvoering goedkoop. De gemeente bepaalt één keer de WOZ-waarde van een pand en die kan overal voor gebruikt worden: voor de gemeentelijke belastingen, de waterschapslasten, het eigenwoningforfait voor de inkomstenbelasting en zelfs voor de erfbelasting. De gemeente hoeft alleen nog maar de acceptgiro te  sturen. Ontduiken of ontwijken kan niet. Je heb nog minder handhavers nodig dan voor de hondenbelasting. 
Dat de woonlasten stijgen ligt niet aan de OZB, maar aan de volstrekt ontspoorde woningmarkt. Sterker nog: het OZB tarief daalt ieder jaar. In 2000 was het tarief 0,2%; in 2023 was het minder dan 0,1%. Bij de OZB wordt het tarief lager als de waarde van de woning omhoog gaat. Kom daar maar eens om bij andere belastingen. Als de regering ook zo zou omgaan met de BTW dan was die sinds 2000 ook gehalveerd. 

Kortom: wat we met z’n allen uitgeven zullen we ook met z’n allen op moeten brengen. De OZB is daarvoor een prachtig en eerlijk vehikel. Hoog tijd dus voor eerherstel voor de OZB!