Utrecht verandert. Soms langzaam en bijna onmerkbaar, maar soms ook met een klap. Grote ingrepen zijn spannend, zeker als ze gaan over onze leefomgeving, over de straten waar we dagelijks fietsen, wandelen en leven. De plannen voor een nieuwe tramlijn in Utrecht zijn zo’n ingreep. Niet zomaar een paar sporen, maar een verbinding die de stad letterlijk doorkruist. En dan rijst natuurlijk de vraag: hoe gaan we dat doen?
De tram moet ergens door of over of onder. Dat roept wellicht zorgen op, over jarenlange bouwwerkzaamheden, opengebroken straten of trillende fundamenten, en dat begrijp ik. Tegelijkertijd kunnen we er niet omheen dat Utrecht groeit. Het aantal inwoners, het aantal reizigers, de behoefte aan duurzame mobiliteit: alles neemt toe. Een robuuste, toekomstbestendige tramlijn, die Nieuwegein en eventuele bebouwing in Polder Rijnenburg verbindt met het centrum, is geen luxe maar een noodzaak. We bouwen duizenden nieuwe woningen in de stad, die verbonden moeten worden met het centrum en met elkaar, op een manier die toegankelijk, duurzaam en betrouwbaar is. De auto is daarvoor simpelweg geen houdbare oplossing. Die is te vervuilend en neemt te veel ruimte in. Met bussen alleen gaan we het niet redden. Tegelijkertijd is de fiets niet altijd een haalbaar alternatief, zeker niet voor mensen die wat verder weg wonen of voor wie fietsen niet vanzelfsprekend is. Bovendien worden ook die fietspaden steeds drukker. Daarom is het cruciaal dat we investeren in openbaar vervoer van hoge kwaliteit, dat iedereen kan gebruiken. Een tram kan snel, veel mensen comfortabel vervoeren.
Er liggen nu verschillende opties op tafel voor de voorgenomen nieuwe tramlijn, de Merwedelijn: in een tunnel, in een verdiepte ligging, over een viaduct of een combinatie van een verdiepte ligging en een viaduct. Elk van deze opties heeft voor- en nadelen en die worden nog verder onderzocht. Als raadslid kijk ik daarbij niet alleen naar de techniek of de kosten, maar vooral ook naar wat dit betekent voor de kwaliteit van onze stad.
Een tramlijn in een open bak snijdt een zichtbare, harde lijn door de stad – letterlijk. Zo’n oplossing kan wellicht uitgroeien tot een barrière die wijken scheidt in plaats van verbindt. Een verhoogde tramlijn op palen past, als je het mij vraagt, simpelweg niet bij het Utrecht dat we willen zijn. In onze stedenbouwvisie kiezen we nadrukkelijk voor een fijne stad ‘op ooghoogte’, met prettige straten, een menselijke schaal en ruimte voor ontmoeting. Zelf geloof ik – met de kennis die hierover nu beschikbaar is - dat een geboorde tunnel de beste optie is. Niet omdat het de makkelijkste of goedkoopste weg is, maar omdat het de stad boven de grond het meeste intact laat. Bovendien leveren de bouwwerkzaamheden minder overlast op, namelijk alleen rondom de haltes en niet langs de hele lijn. Dit lijkt me een kans om het goed te doen, voor nu en voor de toekomst.
Tegelijkertijd sta ik open voor nieuwe informatie en kennis, en zeker ook voor ideeën van bewoners. Ik wacht het onderzoek rondom alle varianten en het participatieproces af voordat ik mijn mening goed kan vormen. Dus laat me weten wat jij ervan denkt – wat dat dan ook is. Dan kan ik die ideeën meenemen bij mijn verdere gedachtenvorming en uiteindelijk in de raad. Want Utrecht maken we samen, boven én onder de grond.
Op dit moment loopt een enquête waarin bewoners hun mening kunnen geven over de verschillende opties. Meer weten? https://www.programma-uned.nl/nieuws/3026523.aspx