Met het wegvallen van wethouder De Weger is de bestuurscrisis compleet. Fractievoorzitter Marry Mos blikt terug en kijkt vooruit: "Allereerst moet me van het hart dat het me buitengewoon zeer doet dat Utrecht in een bestuurlijke crisis terecht is gekomen. Het is slecht voor de stad om bestuurlijk lam gelegd te worden en het is slecht voor het vertrouwen van bewoners en anderen in het bestuur van de stad. Zoiets wil je niet en probeer je ten allen tijde te voorkomen. Maar soms is het onvermijdelijk."

Precies twee weken geleden werd haarscherp duidelijk dat een minderheidstandpunt van de GroenLinks wethouders voor de coalitie-partijen CDA, PvdA en CU onacceptabel was. Onze wethouders konden niet instemmen met het voornemen van het college om, onder het mom van het verbeteren van de luchtkwaliteit en voor het verbeteren van de bereikbaarheid, een nieuwe invalsweg de stad in - de Spoorlaan – aan te leggen.. Een dag later zegden de PvdA, het CDA en de CU de samenwerking met GroenLinks op. Hierop trok de fractie haar wethouders terug uit het college.

Pijnlijk, maar onvermijdelijk. Want wij staan voor verbetering van de luchtkwaliteit en willen in dat kader de groei van automobiliteit terugdringen, in plaats van toestaan dat tienduizenden extra auto’s per dag de wijken in rijden.

Maanden van onderhandelen mochten niet baten. En ondanks dat het voornemen voor het aanleggen van de weg nog de bewonersinspraak inging was een minderheidstandpunt voor de coalitie-genoten onacceptabel. Wij, GroenLinks, konden onmogelijk instemmen met het uitleggen van een rode loper voor de auto. Ten eerste omdat de weg leidt tot tienduizenden extra auto’s in de wijken Zuilen en Ondiep , terwijl we in 2006 bij de start van dit college uitdrukkelijk hebben afgesproken met dit college een ombuiging te realiseren van automobiliteit naar openbaar vervoer en fiets. We zouden de groei van het autogebruik terugdringen in plaats van het te faciliteren. Een tweede reden om niet met de weg in te stemmen is dat de weg leidt tot zoveel extra auto’s dat een tunnel nodig is onder de Josephlaan, waarvoor tientallen sociale huurhuizen moeten worden gesloopt. Onze politieke legitimatie stond op het spel. Wij zijn niet gekozen om extra auto’s de stad in te halen. Wij zijn gekozen om te zorgen dat de luchtkwaliteit verbetert, de gezondheid van bewoners voorop staat en er ruimte is om te wonen en te leven in de stad. Op het moment dat je op zo’n essentieel onderdeel van je programma je idealen moet inleveren, moet je een grens trekken.

Fout op fout, bewonersinspraak wassen neus
En zo gebeurde. Terwijl wij ons aan het opmaken waren voor een rol in de oppositie en ons alternatief aan het uitwerken waren, stuurde het college het Actieplan Luchtkwaliteit naar de Minister. Echter, zo bleek op 25 maart, zonder te melden dat het plan nog behandeld moet worden door de gemeenteraad, zonder te melden dat bewoners en andere belanghebbenden nu pas kunnen inspreken over de gewenstheid van de nieuwe invalsweg en zonder te melden dat de GroenLinks wethouders niet hebben ingestemd met de nieuwe invalsweg.

Cruciale vraag is dan ook: kan het actieplan nog substantieel gewijzigd worden op basis van de inspraak van bewoners en behandeling door de gemeenteraad?

Vervolgens bleek op 26 maart dat de nieuwe invalsweg voor het Actieplan Luchtkwaliteit helemaal niet nodig was. Omdat de nieuwe weg een oplossing is voor de autobereikbaarheid in Utrecht-west en het probleem zich eventueel in 2017 voordoet! Er was dus wel degelijk alle ruimte om met bewoners, de stad en alle politieke partijen zorgvuldig te kijken of de weg gewenst is en met welke andere maatregelen de leefbaarheid van de wijken en de luchtkwaliteit in 2017 en verder kan worden gewaarborgd.

GroenLinks heeft nota bene begin maart voorgesteld om de weg niet op te nemen in het actieplan, en besluitvorming hierover uit te stellen. Dat was voor de coalitie-genoten evenmin acceptabel.
Onze conclusie is dan ook dat bij de coalitie de politieke wil ontbreekt om het plan nog substantieel te wijzigen. De bewonersinspraak over de weg is een wassen neus geworden.

Zodoende konden wij niet anders dan de motie van wantrouwen tegen wethouder De Weger steunen. De eerstverantwoordelijke voor het Actieplan Luchtkwaliteit. Met als gevolg dat het Utrechtse college in twee weken tijd drie van haar zeven wethouders verloor. En de bestuurscrisis nog groter is geworden.

Had GroenLinks anders moeten handelen?
Had GroenLinks op een andere manier moeten handelen? En bijvoorbeeld niet een minderheidstandpunt in moeten nemen over het aanleggen van de nieuwe invalsweg? Naar mijn idee hebben de fractie en wethouders op 14 maart het enig juiste besluit genomen. Als je als politieke partij op zo een belangrijk dossier je idealen volledig laat varen, dan verlies je je politieke geloofwaardigheid en legitimiteit. Dat geldt des te meer omdat wij in 2006 om toe te treden tot het college een compromis hebben gesloten en zes van de acht fractieleden hebben ingestemd met de aanleg van een fly-over over het 24 oktoberplein. Wij hebben die keuze destijds gemaakt omdat we met dit college ook de groei van de automobiliteit echt terug zouden dringen. Op het moment dat dat vervolgens niet waar blijkt te zijn, kun je niet nog een keer omwille van je bestuurlijke verantwoordelijkheid je standpunten verloochenen.

Hadden we wethouder De Weger gisteren moeten blijven steunen? Nee. De wethouder heeft daarvoor teveel fouten gemaakt. Een plan ingediend met een weg die niet nodig is, en de ruimte om substantiële wijzigingen op het plan aan te brengen (zoals het verwijderen van de weg) extreem ingeperkt door niet te melden dat de gewenstheid van deze weg op dit moment in de inspraak ligt, geen instemming heeft van de GroenLinks-wethouders en nog door de gemeenteraad moet worden behandeld.

Ook al is een bestuurlijke crisis zeer ongewenst en gun je het niemand – en zeker geen mensen die zich voor meer dan 100% inzetten voor de stad – om hard te vallen, als politieke partij moet je de belangen van bewoners en de stad behartigen. Op het moment dat die belangen zo ernstig verkwanseld worden, dan moet je daarin je grenzen trekken. Hoe pijnlijk dat ook is.

Daarbij kun je je afvragen wat een stad opschiet bij een college dat willens en wetens plannen doordrukt en niet bereid is om substantiële wijzigingen aan te brengen. GroenLinks wilde een andere bestuurscultuur, een bestuur dat bottom up werkt, naar bewoners toegaat en met bewoners bekijkt hoe problemen kunnen worden opgelost. Dat betekent niet dat wij een bestuur willen dat geen eigen mening heeft, maar wel een bestuur dat open staat voor kritiek, voor verandering en bereid is plannen aan te passen als dat nodig is. Een bestuur dat bewoners mee laat participeren bij planvorming.

Hoe nu verder?
Als ik de schade bekijk dan is het college flink gehavend. Met nog maar vier van de zeven wethouders is het draagvlak in de Raad minimaal geworden. Aankomende dinsdag bekijken de wethouders hoe zij verder willen gaan. Ook is op dit moment onduidelijk of de ChristenUnie doorgaat in het college.

Ik vind het belangrijk dat er een bestuur is dat voldoende vertrouwen heeft van de raad. Mijn voorstel is dat de al ingeschakelde heer Paas (voorzitter van het CNV), die nu nog in opdracht van de PvdA, CDA en CU de onderhandelingen met VVD en D66 begeleid om een nieuw meerderheidscollege te vormen, de opdracht krijgt om opnieuw te starten en met alle politieke partijen te spreken. Er is immers sprake van een nieuwe situatie. Als externe begeleider kan hij in gesprek met alle politieke partijen kijken welke coalitie-combinaties mogelijk en gewenst zijn en hoe de bestuurscultuur in de stad kan worden verbeterd. Op die manier krijgt de stad weer een bestuur dat het laatste jaar van deze raadsperiode in open gesprek met bewoners en de gemeenteraad goede besluiten kan nemen.

Marry Mos, fractievoorzitter GroenLinks Utrecht, 27 maart 2009

KLIK HIER VOOR ALLE ARTIKELEN OVER DE COLLEGEBREUK EN DE BESTUURSCRISIS...