"De dagen dat ik in de garage klus, zijn de dagen dat ik eindelijk kan slapen. Dan stoppen de nachtmerries voor even" deze woorden sprak een ongedocumenteerde jongen tijdens een van mijn eerste werkbezoeken als raadslid aan Seguro. Deze uitspraak raakte mij enorm.
Ik zet mij al ruim tien jaar in voor mensenrechten in de wereldwijde kledingindustrie. De afgelopen vier jaar heb ik mij daarnaast als raadslid ingezet voor mensenrechten dichtbij huis. Zoals Elanor Roosvelt zei “Waar beginnen de universele mensenrechten? Op kleine plaatsen, dicht bij huis - zo dichtbij en klein dat ze op geen enkele kaart van de wereld gezien kunnen worden. Maar die plekken zijn de wereld van individuele mensen: de buurt waarin zij wonen, de school die zij bezoeken, de fabrieken, boerderijen of kantoren waarin zij werken.” Utrecht is een mensenrechtenstad en een van de dingen waar ik mij mee bezig heb gehouden is het recht op een menswaardig bestaan voor iedereen, ook zonder papieren.
Zonder papieren mag je in Nederland vrijwel niks. Je mag niet werken, dagbestedingsplekken zijn schaars en opleidingen duur. Zelfs een cursus volgen kan niet zomaar. Als ongedocumenteerde sta je al snel jaren stil, en dat is voor niemand goed.
De afgelopen maanden werkte ik aan een initiatiefvoorstel dat er voor moet zorgen dat ongedocumenteerden cursussen en praktijkleertrajecten kunnen volgen, zodat zij niet stil blijven staan, maar aan hun toekomst kunnen werken. Of deze toekomst nu in Nederland ligt, of in het land van herkomst.
Het liefst was ik met mijn initiatiefvoorstel nog veel verder gegaan, had ik grotere stappen gezet. Het liefst zou ik willen dat ook mensen zonder verblijfsvergunning volwaardig mee kunnen doen in onze stad. Toch ben ik blij dat we een stap in de goede richting hebben gezet. Na maanden hard werk was het gisteren eindelijk zover. Mijn voorstel is unaniem aangenomen.
Het is misschien een kleinere stap dan ik het liefst zou willen maar wel een stap die veel betekend voor een groep mensen die nu aan de zijlijn staan. Door actief bezig te zijn voelen zij zich weer mens. Durven zij weer te dromen. Zien zij weer een toekomst voor zich, in plaats van de kale muren van de opvang.
Op kleine schaal boden organisaties als Villa Vrede, Seguro en het Leger des Heils ongedocumenteerden al dagbestedingsplekken aan. De plekken zijn succesvol maar enorm schaars. De jongen die ik tijdens een van mijn eerste werkbezoek sprak was een van de gelukkigen die een plekje had.
Met hem gaat het nu -meer dan drie jaar later- gelukkig goed. Hij was een van de sprekers bij een raadsinformatiebijeenkomst over mijn initiatiefvoorstel. Hij zei daar “Ik ben Nederland dankbaar voor de veiligheid die ik hier heb. Ik kan weer dromen. Ik leer nu Nederlands en ga binnenkort naar de automonteur-school.” Na jaren juridische strijd heeft hij een nu eindelijk een verblijfsvergunning. En die dagen in de garage betekenen dat hij in de tussentijd niet alleen maar stil heeft hoeven staan.
Ik hoop dat mijn initiatiefvoorstel zorgt dat het voorbeeld van deze jongen de regel wordt in plaats van de uitzondering; dat we in Utrecht het goede voorbeeld geven en dat Utrecht zijn naam als mensenrechtenstad eer aan doet. Want zoals Elanor Roosvelt zei “Als mensenrechten dicht bij huis geen betekenis hebben, hebben ze weinig betekenis ergens anders.”
Tara Scally, woordvoerder vluchtelingen