Ongelijkheid en onrecht raakt me, van jongs af aan zijn dat thema’s die me bezig houden en waar ik me voor inzet. Op de basisschool hield ik spreekbeurten over de positie van de vrouw in Afrika, op de middelbare school was ik actief in het Nicaraguacomité, ik studeerde Culturele Antropologie en na mijn studie werkte ik in het AZC in Veendam en later bij Amnesty International. Gaandeweg ben ik via het thema ‘duurzame ontwikkeling’ beland in het milieuwerkveld, waar ik nu al weer bijna twintig jaar werk. In het raadswerk kan ik mijn sociale betrokkenheid én mijn duurzame ambities perfect combineren (écht Groen en erg Links). Bij het thema energietransitie komen die twee drijfveren samen.
“De energietransitie treft de minst vermogenden het hardst” en “de energietransitie zorgt voor een tweedeling in de samenleving”. Dit zijn veel gehoorde uitspraken die worden gebruikt in het gesprek over de overstap naar duurzame energie. Veelal door mensen die daar een rem op willen zetten. Daar zet ik tegenover: de samenleving is ongelijk, de energietransitie maakt die niet ongelijker. Wél is het belangrijk om je bewust zijn van die ongelijkheid, óók als het gaat om maatregelen die je treft in het kader van de energietransitie. Dat je in beeld hebt wat het effect van maatregelen is voor verschillende groepen mensen en waar nodig extra maatregelen treft, om te zorgen dat iedereen mee kan komen. Uiteindelijk slaagt de overstap naar duurzame energie alleen als die voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Dat is een belangrijke focus in mijn raadswerk. In mijn eerste maanden als raadslid heb ik al meerdere voorstellen gedaan om handen en voeten te geven aan het thema: schone energie voor iedereen.
Voor een grote groep Utrechters is de maandelijkse energierekening een grote aanslag op het maandelijkse budget. Energiecoaches helpen bewoners om energie en daarmee kosten te besparen. Tot nu toe werden deze coaches alleen ingezet in de sociale huur van woningcorporaties. Bij de behandeling van de begroting heb ik gevraagd om deze energiecoaches ook in te zetten bij andere lage inkomensgroepen in de particuliere sector. Daarnaast heb ik ervoor gepleit om de coaches ook in te zetten om mensen te informeren rondom het thema ‘van het gas af’. Ik merk dat bewoners veel vragen en zorgen hebben als ze horen dat ze van het gas af gaan. Het helpt als mensen hun zorgen kunnen delen met ‘iemand van vlees en bloed’, die hun vragen kan beantwoorden en mee kan denken.
Een ander voorbeeld betreft buurstroomprojecten, opgezet door bewonerscoöperaties. Met buurtstroom kunnen buurtgenoten die geen eigen dak hebben om zonnepanelen op te leggen, gezamenlijk investeren in zonnepanelen en profiteren van de opgewekte stroom op een groot dak in de buurt. Om hier aan mee te doen, heb je echter wel genoeg geld nodig om te investeren. Om het instappen laagdrempeliger te maken, heb ik een voorstel ingediend om te onderzoeken hoe er meer leningen van het Utrechts Energiefonds verstrekt kunnen worden aan bewonerscoöperaties. Zo kunnen ook mensen met een kleine beurs investeren én profiteren van duurzame energie!
Ik ben erg gemotiveerd om me nog veel verder op het thema ‘schone energie voor iedereen’ te storten en het op verschillende energievraagstukken toe te passen. Heb je vragen of ideeën voor mij? Neem contact met me op, ik hoor ze graag!