Als ik vanaf het perron op Utrecht Centraal naar de binnenstad loop verwonder ik me. Overdag ontkom ik nu niet aan de winkels van Hoog Catharijne, terwijl ik ‘savonds na tienen stuit op een hek en buitenlangs moet lopen. Ik kijk naar de imposante Moreelsebrug, die nu bijna een jaar geopend is en stel me voor hoe fijn het zou zijn als die trappen naar het perron had.
Als woordvoerder stationsgebied zet ik me in voor prettige looproutes tussen het station en de binnenstad. Dit is er zo een waar ik van droom, en die volgens mij iedere Utrechter wel zou willen.
Al lang geleden maakte de gemeente afspraken met Klépierre, de eigenaar van Hoog Catharijne. Met die afspraken in de hand zijn trappen van de Moreelsebrug naar de perrons voor Klépierre onbespreekbaar. Zij willen dat iedereen door Hoog Catharijne móét lopen, maar dus niet na tienen. Na tienen mág het niet van Klépierre.
Die tegenstrijdigheid doet me achter m’n oren krabben. Het is óf de route zo eenvoudig mogelijk maken, en dus zonder hekken. Óf, en dat heeft natuurlijk mijn voorkeur, de Moreelsebrug verbinden met de perrons. In mijn stoutste dromen maken we trappen van de perrons naar de brug en zetten we er bordjes bij met het verzoek overdag toch vooral via Hoog Catharijne te lopen. In die stoutste dromen is ook Klépierre daar blij mee.
Ondertussen blijft het elders in het stationsgebied niet bij dromen. De perrontrappen zijn niet de enige looproute tussen het station en de binnenstad waar ik mij mee bezig houdt. De kille steegjes Vlaamse- en Hollandse Toren tussen Hoog Catharijne en Tivoli Vredenburg zijn verworden tot een soort fietsenstalling. Dat kan anders, levendiger, kleurrijker, fijner! Eerder dit jaar nam ik het initiatief om deze steegjes aan te pakken. Dankzij mijn motie is de wethouder met Tivoli, Klépierre en de bewoners aan de slag gegaan. Zij werken samen aan een mooi plan om de kille steegjes te veranderen in prettige straatjes. Ik blijf het natuurlijk nauwlettend volgen, maar kijk er toch vooral naar uit om er doorheen te wandelen als het zo ver is.
Monique Bollen
Woordvoerder stationsgebied, duurzaamheid en milieu