Het is een regenachtige herfst in november 2019. Ik haast me vanuit de bushalte richting een groot gebouw op de hoek van de Utrechtse Vondellaan. Het gebouw huisvest een van de MBO scholen die onze stad rijk is. In totaal studeren in Utrecht meer dan 17.000 jongeren aan de MBO. Samen met de studenten van de Universiteit en Hogeschool maken ze Utrecht tot een bruisende studentenstad.

Op zoek naar lokaal 3.40 loop ik via de steile houten trappen naar de derde verdieping. Eenmaal aangekomen kijk nieuwsgierig om me heen en tref ik in elke hoek groepjes jongeren zittend, lopend en kletsend aan. Als woordvoerder MBO voor GroenLinks Utrecht vind ik het supertof om nu hier te zijn. Om even onderdeel te zijn van het studieleven van de jongeren waar wij in de gemeenteraad zo vaak over praten. Om hun verhaal te horen en dat mee te nemen voor het maken van goed beleid.

Ik ben als raadslid uitgenodigd om een middagje gastles te geven. Mijn gastles zal gaan over democratie. Dit verweef ik met mijn eigen levensverhaal en de reden waarom ik twee jaar geleden besloot politiek actief te worden. Het doel van mijn gastles is om de jongeren te inspireren, om te laten zien dat alles mogelijk is, ongeacht in welke postcode je bent geboren, waar je wieg heeft gestaan en of je man of vrouw bent.

Eenmaal aangekomen in de leslokaal, hang ik mijn regenjas op aan de rand van de stoel. Ik ga nonchalant op de tafel zitten wachten. Al gauw druppelen de jongeren mijn klas binnen. Ze kijken me nieuwsgierig aan. Ik sta op. Geef ze een voor een hand en vraag naar hun naam. Sommigen zijn rustig, anderen zijn luidruchtig. De vragen die ze me stellen zijn ontwapenend. Ik krijg zelfs complimenten van een paar meiden over mijn lange lokken. Ze willen weten hoe ik mijn krullen zo krijg en vertellen me enthousiast over hun favoriete beautyvloggers. Terwijl ik naar de meiden luister, zie ik in mijn linker ooghoek de leraar de jongens vragen hun petjes af te zetten.  Nieuwgierig vraag ik de jongens wat de reden is dat ze hun pet afzetten. Ze leggen me uit dat het een uiting van respect is naar de gast.

De les begint. Op mijn verzoek gaan we in een kring zitten. Ik heb me goed voorbereid en begin vol enthousiasme mijn verhaal te vertellen. Ze luisteren aandachtig. Sommigen nog meer dan anderen. Zoals een jongen die rechts voor me zit. Hij is vier jaar geleden uit Syrië gevlucht. Zodra hij hoort dat ik ook ooit als jong meisje gevlucht ben en de Nederlandse taal met vallen en opstaan eigen heb gemaakt, zie ik zijn ogen twinkelen. Door zijn blik voel ik tot in mijn vezels hoe belangrijk het is dat er voor alle jongeren voorbeeldfiguren aanwezig zijn in alle maatschappelijke posities. Mensen in wie jongeren zich kunnen herkennen. Mensen die hen inspireren om toekomstdromen te maken en hiervoor te durven strijden.

Ik vervolg de tweede deel van mijn verhaal. Over democratie en politiek.

“Hebben jullie wel eens gestemd?” vraag ik.

“Soms doe ik het.”  

“Ik ben er nog te jong voor.”

“Ik weet nooit op wie ik moet stemmen. Daarom doe ik het niet.”

Enzovoort.

Ik luister aandachtig naar ze allemaal. Maar een van de antwoorden trekt opeens volledig mijn aandacht naar zich toe.

“De politiek luistert toch niet naar ons.”

Deze woorden raken mij, omdat ik het begrijp. Ik herken dat de politiek nog te vaak over mensen praat in plaats van met hen. Ik kijk de jongere voor even aan en besluit de plannen voor deze middag te wijzigen. Ik besluit op dit onderwerp door te vragen. Ik vraag wat hij anders zou willen zien.

Het gesprek dat in eerste minuten meer leek op een monoloog, ontwikkelt zich nu tot een dialoog. Een dialoog tussen politiek en de jongeren. Mijn vraag maakt veel los. Enthousiaste ideeën vliegen door de ruimte. Zo luid dat ik bijna niet meer met mijn stem boven de jongeren uit kom. Ik glimlach. Ik ben nu degene die luistert. Naar de stem van de jongeren.

We praten samen over hoe de buurten gezelliger zouden kunnen worden, zodat alle jongeren zich er thuis  voelen. We praten over het probleem van stagediscriminatie en hoe dit volgens hen opgelost kan worden. Ze vertellen me over hoe belangrijk een netwerk is en dat er iemand is die helpt en meedenkt. Wanneer ik vraag of ze het terecht vinden dat de gemeente Utrecht nu dezelfde stagevergoeding geeft aan MBOers als aan HBO en WO studenten, roepen ze volmondig in koor JA! Alle jongeren moeten fatsoenlijke vergoeding krijgen.

Het zijn onderwerpen waar ik en mijn collega’s in de gemeenteraad ons hard voor maken. Dankzij mijn voorstel komt er bijvoorbeeld in Utrecht een plan voor het aanpakken van stagediscriminatie. Zodat alle Utrechtse jongeren een eerlijke kans krijgen om aan hun toekomstdromen te werken.

Het is inmiddels kwart over drie. Mijn lestijd zit erop. Ik kwam hier vandaag om de MBO jongeren te inspireren. Maar ga zelf met een bagage vol inspiratie terug naar de Utrechtse gemeenteraad. Wat mij betreft was dit bezoek niet eenmalig. De stem van de jongeren moet vaker gehoord worden in de politiek. Wat vinden zij van thema’s zoals wonen, zorg en openbare ruimte? En wat geven zij de Utrechtse politiek mee vanuit hun frisse onbevangen perspectief? Samen met hen kunnen we de toekomst van onze stad vormgeven.