Iedere paar jaar maakt de gemeente Utrecht afspraken met de woningcorporaties over de sociale huurwoningen die zij in beheer hebben. Deze keer duurden die onderhandelingen langer dan anders. Zwanenberg: “Dat komt, kort gezegd, doordat de gemeenteraad een verbod op de verkoop van sociale huurwoningen wil. Dat willen de corporaties niet, want verkoop levert ze geld op. Maar wij willen dat natuurlijk wel: we hebben al te weinig sociale huurwoningen, dan is het een gotspe dat ze ook nog verkocht worden, helemaal in wijken waar al te weinig sociale huurwoningen zijn”. Vanaf 1 januari is het verbod op de verkoop van sociale huurwoningen een feit.

Maar er is nog meer afgesproken met de corporaties. Zo moeten sociale huurwoningen duurzamer worden – overigens zonder dat de huurders meer moeten gaan betalen. “Daarnaast wil ik er, mede in het kader van duurzaamheid, ook nogmaals op hameren dat huurders niet meer verplicht mogen worden om hun woning kaal en leeg op te leveren, als dat betekent dat zij bijvoorbeeld een mooie vloer eruit moeten slopen die de volgende huurder goed had kunnen gebruiken. Dat komt helaas nog steeds voor. Ook het verplicht leegtrekken van tuinen moet klaar zijn”, zegt een strijdbare Zwanenberg. Op zich is hij overigens grotendeels enthousiast over de plannen, vooral omdat er de komende jaren veel meer sociale huurwoningen bij gaan komen. Van alle woningen die in Utrecht gebouwd worden, is 40% sociale huur. Daarbij wordt ook goed gekeken naar de huisvesting van bijzondere en kwetsbare groepen. In heel Nederland komen er in totaal tot 2030 250.000 sociale huurwoningen bij. Zwanenberg: “Daarmee slaan we echt een flinke slag. En ik ben natuurlijk erg gelukkig met die stop op de verkoop van sociale huurwoningen. Daar heb ik zo lang voor gestreden en het heeft tot veel onrust in de wijken gezorgd. Nu is het eindelijk zo ver: een sociale huurwoning blijft een sociale huurwoning.”