Elk jaar gaan kinderen minder buiten spelen. Met de visie Buitenspelen, die vandaag wordt besproken in de gemeenteraad, wil het Utrechtse college dat tij proberen te keren. Hoewel Vonk blij is met de aandacht en de plannen, vindt hij dat Utrecht wel wat ambitieuzer mag zijn qua hoeveelheid ruimte waar gespeeld kan worden: “De norm is nu dat 3% van de openbare ruimte bespeelbare buitenruimte moet zijn. Dat vind ik heel weinig. Wij stellen daarom een norm van 5% voor. Dat scheelt meer dan 50 hectare voor de gemeente Utrecht. Die gaan we natuurlijk niet van de ene op de andere dag creëren, maar als we een nieuwe norm stellen kunnen we bij alle bouwplannen en herontwikkeling kijken waar we ruimte kunnen vrijmaken. Buitenspelen moet echt prioriteit krijgen bij gebiedsontwikkeling.” 

Groen, toegankelijk en voor alle leeftijden 

Naast kwantiteit, pleit Vonk ook voor verbeterde kwaliteit van speelplekken. Dat betekent voor GroenLinks minder grijs beton en meer groen. “Speelplekken hoeven echt niet allemaal aangeharkt te zijn. Juist open plekken met natuur nodigen uit tot ontdekken en lekker ravotten,” zegt Vonk. Ook toegankelijkheid van speelplekken is voor hem van groot belang. “Zoals ook Jantje Beton aangeeft zijn er behoorlijk wat kinderen die in een kwetsbare speelpositie zitten, omdat zij of hun ouders een beperking hebben. Daardoor kunnen ze zich minder goed kunnen ontwikkelen. Wij willen dat iedereen mee moet kunnen doen in de samenleving, zeker ook op het gebied van spelen.” Naast speelplekken voor jongere kinderen, pleit Vonk ook voor meer jeugdcultuur en skatebanen voor jongeren. “Buitenspelen is niet alleen voor kinderen. Sterker nog, je bent nooit te oud om buiten te spelen!”